Vier jaar lang houdt een advocaat tegenover een cliënt de schijn op over vijf procedures. Die in werkelijkheid helemaal niet worden gevoerd. ‘Een grove schending van het vertrouwen in de advocatuur,’ aldus de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch, die hem maandag 3 februari van het tableau schrapte.
De advocaat in het ressort Oost-Brabant staat deze cliënt en zijn bedrijf al sinds 2002 bij in diverse procedures. Op een dag in 2014 laat zijn ex-echtgenote de advocaat weten dat haar ex-man zes nieuwe rechtszaken wil beginnen. De correspondentie met zijn cliënt verloopt – om onbekende redenen – vanaf dat moment nagenoeg geheel via de vrouw.
In één zaak komt het daadwerkelijk tot een schikking, in de vijf andere zaken komt het niet eens tot dagvaardingen. Als de advocaat na ruim vier jaar steeds meer vragen krijgt over het verloop van deze in werkelijkheid niet-aanhangig gemaakte zaken, stelt hij half april 2019 vijf valse rolberichten op voor de vertegenwoordigster van zijn cliënt. Ze lijken afkomstig te zijn van de rechtbank Oost-Brabant. Ook schrijft hij een nepbrief die zogenaamd was gericht aan de rechtbank, waarin hij doet alsof hij meermaals contact heeft gehad met de rechtbank over de procedures.
Het bedrog komt uit als de advocaat van de vrouw deze rolberichten niet kan terugvinden. Na overleg met de deken neemt de leugenachtige advocaat na zeventien jaar afscheid van zijn cliënt. De deken dient tevens een stevig dekenbezwaar in. Behalve dat de advocaat sinds 2015 heeft gelogen en alleen heeft gepretendeerd dat er vijf procedures werden gevoerd, deed hij ook niet aan schriftelijke opdrachtbevestigingen. Declaraties en correspondentie stuurde hij alleen naar de vrouw, zonder afschriften naar zijn eigenlijke cliënt te sturen.
Vlaag van verstandsverbijstering
De advocaat erkent tegenover de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch dat hij ‘grove fouten’ heeft gemaakt. Steeds maakte hij ‘omtrekkende bewegingen’ hem naar de status van de zaken werd gevraagd, om vooral ‘in dialoog te blijven’. Op vragen of hij geen griffierechten in rekening moest brengen, antwoordde hij dat er geen kosten waren. Ook gooit hij het erop dat hij niet aan de zaken mag werken wegens een onbetaalde factuur van de cliënt aan het kantoor waar hij werkt.
Toen hem werd gevraagd of er al vonnissen beschikbaar waren, raakte hij in paniek en handelde ‘in een vlaag van verstandsverbijstering’ door de vijf valse, gedetailleerde rolberichten op te stellen, aldus zijn verweer bij de tuchtrechter, ‘om tijd en rust te creëren’. Hij is inmiddels een coachingstraject aangegaan en is vastbesloten zijn leven te beteren.
De Raad van Discipline veegt dit alles in de beslissing van 3 februari bruusk van tafel en wil van een ‘vlaag van verstandsverbijstering’ niets weten. Daarvoor was het gedrag van de advocaat al die te tijd ‘te geraffineerd’. ‘Hoewel verweerder gedurende deze jaren meerdere momenten van bezinning moet hebben gehad, heeft hij volhard in de door hem verspreide leugens,’ stelt de raad. ‘[Ook heeft hij] de rechtbank in diskrediet gebracht door valselijk te doen voorkomen alsof het aan de rechtbank te wijten was dat er nog steeds geen vonnissen zouden zijn gewezen.’
Al met al heeft de advocaat het vertrouwen in zijn beroepsgroep ‘zeer ernstig geschaad’, aldus de raad: alleen al vanwege de jarenlange leugens en de gefingeerde stukken is er geen andere maatregel mogelijk dan schrapping van het tableau.
De advocaat heeft zes weken om in hoger beroep te gaan.