Minister Dekker voor Rechtsbescherming maakt werk van een wettelijk register voor beëdigde mediators, schrijft hij aan de Tweede Kamer, om de kwaliteit van mediators waarborgen. Invoering van verschoningsrecht en een vorm van tuchtrecht maken deel uit van het komende wetsvoorstel.
Om te kunnen worden opgenomen in het wettelijk register, moeten mediators onder meer aan diverse kwaliteitseisen voldoen (o.a. opleiding) en aantoonbaar over zekere psychologische, communicatieve en juridische vaardigheden beschikken. Mensen die een mediator zoeken voor de oplossing van hun conflict, moeten via het register meer zekerheid krijgen over het professionele verloop van de mediation, aldus de brief van Dekker.
‘Het stellen van kwaliteitseisen draagt bij aan het vertrouwen dat rechtzoekenden hebben in mediators, stimuleert de kwaliteitsontwikkeling en draagt zo bij aan meer duurzame geschiloplossing,’ schrijft de minister, die elders onderstreept dat weliswaar ook ‘advocaten worden opgeleid om, waar het kan, te komen tot voor beide partijen aanvaardbare oplossingen, maar zij doen dit vanuit een andere grondhouding dan mediators.’
Beëdigde mediators in het register komt een verschoningsrecht toe, zoals mediators in grensoverschrijdende geschillen nu al hebben. Ook wordt er een vorm van tuchtrecht ingevoerd, met een bijbehorende klachtenprocedure voor het geval dat iemand ontevreden is over de mediation of twijfelt aan de integriteit van de mediator. In voorkomende gevallen kan een mediator worden geschorst of worden uitgeschreven uit het register.
Daarnaast worden er kernwaarden geformuleerd waar mediators zich aan moeten committeren, zoals het bewaken van de vrijwilligheid ten aanzien van deelname aan mediation en het betrachten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
De Nederlandse Mediatorsvereniging (NMv) reageert in een persbericht enthousiast op het wetsvoorstel, dat in het voorjaar in consultatie zal gaan. Een register leidt volgens de vereniging tot ‘betere aansluiting van gerechtelijke en buitengerechtelijke geschiloplossing, zodat rechtzoekenden gemakkelijker tussen beide kunnen schakelen en vrij zijn om juridische of andere expertise te betrekken om een geschil op een duurzame manier op te lossen.’
Ook de Mediatorsfederatie Nederland (MfN) reageert positief, en ziet de brief ‘als een mooi uitgangspunt voor de verdere besluitvorming in een interessante tijd, waarin er nieuwe kansen geboden worden aan mediators.’ De MfN heeft een eigen register, dat zo’n drieduizend mediators bevat.
De Orde van Advocaten (NOvA) liet eerder al aan Dekker weten kritisch te zijn op een mediatorsregister, volgens de brief van de minister ‘kort gezegd omdat nut en noodzaak van een wettelijke regulering van het beroep niet worden onderschreven.’ Een eerdere poging om tot een mediatorsregister te komen, in 2016, strandde overigens voortijdig.
Lees hier de Kamerbrief ‘vervolg wetgevingstraject mediation’