Minister Grapperhaus riep deze maand yogasnuivers een halt toe. Festivalbezoekers die doordeweeks gifvrij yuppenvoedsel kopen bij de Marqt kunnen niet in het weekend hun handen vuil maken aan met zoutzuur en bloed besmeurde drugs. Dat is een beetje alsof een fresh juicende vegetariër in het weekend ineens van kipnuggets van integraal vermalen mestkuikens smult.
Door Zo Zuidas
Ergens heeft de minister daar een punt. We kopen niet meer bij de ZARA of Topshop vanwege dubieuze arbeidsomstandigheden in naaiateliers in Bangladesh. Of we liggen wakker van de erbarmelijke omstandigheden waaronder kinderhandjes katoen moeten plukken in Turkije. Van bloeddiamanten weet iedereen dankzij de film met Leonardo di Caprio dat ze het product zijn van een bloederige strijd rond de macht over mijnen in Afrika.
Maar van cocaïne weten we stiekem ook best dat er regenwouden voor moeten sneuvelen, lokale bevolking is uitgemoord en talloze onschuldige burgerslachtoffers al lang een veel hogere rekening hebben betaald dan de vijftig euro die jij neerlegt voor je kabouterpost.
Pillen noemde de minister in het bijzonder, die verdienen een zero tolerance benadering. Met zo’n pilletje kom je straks het festivalterrein niet meer op, zei hij begin deze maand tegen de regionale kranten. Een jaar geleden legde hij al eens uit waarom: er gaat een verkeerd signaal vanuit als er in Nederland een coulant klimaat tegenover drugsgebruikers is, terwijl er voor elke kilo XTC acht kilo afval verdwijnt in de natuur. In het water, in de berm of zoals laatst in de buurt bij Maastricht in het bos waar kinderen die door de plassen heen fietsten brandwonden opliepen.
Gruwelijk. Probleem is alleen dat de minister hier gebruik en productie op een hoop gooit. Ja, het aantal ontmantelde productielocaties, opslagplaatsen en afvaldumpingen van de productie van synthetische drugs neemt toe. Vooral het aantal productielocaties en afvaldumplocaties is substantieel gestegen.
Maar als je de politierapporten leest over drugsproductie in Nederland, steekt er een belangrijk feit met kop en schouders bovenuit: zeker tachtig procent van alle synthetische drugs die in Nederland wordt gemaakt (XTC en amfetamine) verdwijnt naar het buitenland. XTC wordt in tractors getransporteerd naar Australië waar een pil geen 3,5 maar 20 euro oplevert; of het wordt massaal geruild tegen het witte goud in Colombia waar XTC in opmars is. Speed, waar Nederland ook hofleverancier van is, verdwijnt vooral richting Polen en andere Oost-Europese landen. Reden waarom de drugslabs nu ineens als pillen uit de zandheuvels in Gelderland en Overijssel poppen.
Ligt dat aan het tolerante klimaat op festivals tegenover ‘yogasnuivers’? Nee. Dat ligt aan – en jullie hoeven het niet van ons aan te nemen, dit staat in dit rapport van de politieacademie zelf – falend toezicht.
Volgens het rapport van de politieacademie werken de verschillende niveaus van politie en justitie niet goed samen – het beleid verschilt per regio – en schieten de overheidsdiensten tekort in het delen van informatie en een gecoördineerde aanpak. Natuurlijk: Brabant is, net als iedere andere grensstreek met veel groen, een lastig gebied om te handhaven. De reden dat Nederland en met name koploper Brabant de producent is van XTC in Europa heeft kortweg de volgende oorzaken: het ligt dicht bij de grens, de straffen zijn relatief laag in ons land, er zijn twee havens in de buurt en een luchthaven en bendes in de regio dealen al jaren in smokkelwaar waaronder vuurwerk en softdrugs. Er heerst een zwijgcultuur in Brabant. En voor zover die er nog niet is, wordt die wel gecreëerd door intimiderende bendes.
Ook in de haven van Rotterdam schiet het toezicht tekort. ‘Rotterdam zet nauwelijks in op samenwerking met de bronlanden van de smokkel’ is te lezen in een rapport van de Erasmus Universiteit. De traditionele gedoogcultuur van ‘wij schuiven slechts met dozen’.
Daar ligt de crux van het probleem, dat is waarom Nederland nummer 1 voorraadschuur is van Nederland. Niet vanwege ‘het tolerante klimaat op festivals’. Meer en strenger controleren op festivals, drugshonden inzetten of de gedooghoeveelheid voor gebruikers afschaffen gaat er alleen maar voor zorgen dat er een angstcultuur ontstaat waardoor jonge gebruikers zich niet meer durven te melden bij de EHBO als het misgaat.
Een angstcultuur leidt ertoe dat mensen rommel kopen en hun pillen niet meer durven te laten testen. Jonge mensen willen experimenteren met drugs, en ja, ze zouden zich misschien moeten realiseren dat er voor een kilo xtc acht kilo drugsafval nodig is, maar is het ook niet aan Nederland om daarover goede afspraken te maken met de internationale gemeenschap? Het debat over reguleren lijkt een logischer stap in de richting van een reële bestrijding van het grotere kwaad: de drugsproductie in Nederland en alle gif en afval die daarbij vrijkomt.
Strenger handhaven op festivals – druppel op een gloeiende plaat – leidt de aandacht af van het werkelijke probleem.