Wereldwijd is de helft van alle verkochte auto’s in het topsegment een SUV. Van een rage is dan ook allang geen sprake meer. Nu inmiddels merken als Lamborghini, Bentley en Rolls-Royce tot deze markt zijn toegetreden, mag het geen verrassing heten dat ook Maserati zich in het strijdgewoel mengt. Advocatie reed met de Levante.
Door Ewoud Hallebeek
Je kunt niet stellen dat Maserati over één nacht ijs is gegaan. Al in 2003 toonde het merk een eerste SUV-studiemodel, onder de naam Kubang. Daar hoorden we vervolgens niks meer van, maar twee jaar later bliezen de Italianen het project nieuw leven in. Een nauwe samenwerking met Alfa Romeo zou binnen afzienbare tijd tot vruchtbare resultaten gaan leiden. Helaas bleek hier de wens de vader van de gedachte. Of zoals het bekende – ten onrechte aan John Lennon toegeschreven – citaat luidt: ‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans’.
In 2011 verscheen er echter een nieuwe concept-SUV, wederom onder de naam Kubang en opnieuw vergezeld van grootste plannen. Het oorspronkelijke idee om de prestigieuze full size SUV ‘volledig Italiaans’ te laten zijn, inclusief V8 uit de Quattroporte, bleek evenwel alweer achterhaald. Fiat was inmiddels eigenaar van het Amerikaanse Chrysler en dat betekende dat nu beproefde Jeep Grand Cherokee-techniek beschikbaar was. U begrijpt: life is what happens…
En toen stond daar, tijdens de 2016-editie van de Salon van Genève, ineens de Levante. Vernoemd naar een krachtige oostelijke wind in het Middellands Zeegebied, vergelijkbaar met de Mistral. En zowaar met eigen techniek, want de in 2013 geïntroduceerde Ghibli – dat is trouwens een zuidelijke wind in Libië – vormde nu de basis (platform, aandrijflijn, elektronica), zij het dat het onderstel was aangepast voor off road-gebruik.
‘Belissima, belissima’
De rest is geschiedenis, zoals dat dan heet, want drie jaar later kunnen we vaststellen dat de Levante, die in Turijn van de band rolt, in een behoefte voorziet. Niet in absolute aantallen, want het blijft nu eenmaal Maserati, maar relatief gezien gaan de zaken crescendo. In een paar jaar tijd zag Maserati zijn verkoopaantallen verachtvoudigen en de helft daarvan kwam op het conto van de Levante. Met dat soort getallen snoer je alle criticasters de mond.
De concurrentiepositie van de Levante is wat lastig te bepalen, want in dit segment zijn kille cijfers ondergeschikt aan pure emotie. We zouden de Porsche Cayenne kunnen noemen, maar net zo goed de BMW X7, de Audi Q7 en de Range Rover Sport. Het ligt er maar aan waar u uw spark of joy vandaan haalt, waarbij merkbeleving (om maar eens een huiveringwekkend modernisme te gebruiken) veelal de doorslag geeft. En je kunt veel van Maserati zeggen, maar niet dat het de drietand aan beleving ontbreekt. Kijk alleen maar naar het krachtige, expressieve front, met een wijd opengesperde grille waarachter middelgroot vee zonder moeite verdwijnt.
Opmerkelijk genoeg lijken de vormgevers na dit huzarenstukje hun interesse te hebben verloren, want de rest van de auto weet de grijze middenmoot nauwelijks te ontstijgen. De achterkant is, de op de GranTurismo en GranCabrio gebaseerde achterlichten ten spijt, op zijn best ‘doorsnee’ te noemen en dat vinden wij dan toch een gemiste kans. Maar dat zijn wij, want bij het uitstappen werden wij gepasseerd door een voorbij lopend Italiaans echtpaar, dat alleen maar een bewonderend ‘bellissima, bellissima’ wist uit te brengen. Dat had wellicht te maken met het Italiaanse kenteken op onze testauto, maar toch.
Joekel
Je ziet het er op de foto’s niet zo aan af, en eerlijk gezegd ook niet als je hem ‘live’ aanschouwt, wat veel zegt over het vakmanschap van de ontwerpers, maar de Levante is een joekel van een auto. Tien centimeter langer dan een Porsche Cayenne en nauwelijks kleiner dan een Mercedes S-klasse. Anderzijds is hij dan weer 5 cm korter dan een Audi Q7, want er is altijd baas boven baas. Direct daarna komt Scania.
Vooralsnog is de Levante leverbaar met drie motoren: een drieliter V6 turbodiesel (275 pk, 0-100 km/u in 6,9 sec, topsnelheid 230 km/u) en twee door Ferrari geassembleerde 3.0 V6 Twin Turbo benzinekrachtbronnen. De instapper daarvan levert 350 pk (6,0 sec, 251 km/u), terwijl topmodel ‘S’ goed is voor 430 pk (5,2 sec, 264 km/u). Dit najaar verschijnen de GTS en de Trofeo, die zijn voorzien van een heuse Ferrari 3.8 V8 Twin Turbo met respectievelijk 550 (4,2 sec, 292 km/u) en 590 pk (3,9 sec, 304 km/u). Voorwaar geen kinderachtig gedoe, daar in Modena.
Alle Levantes hebben standaard vierwielaandrijving, een achttraps automaat, luchtvering en adaptieve dempers. U begrijpt dat we het in deze prijsklasse niet meer over navigatie, airco, leren bekleding en aanverwante vanzelfsprekendheden hoeven te hebben. Los daarvan zijn er twee optiepakketten: de luxueuze GranLusso (denk aan hout in het interieur) en de GranSport, die – met agressievere bumpers, een chroomloze grille, grotere wielen en carbon interieurafwerking – de nadruk legt op sportiviteit. Beide pakketten kosten zo’n 13 mille.
Rijplezier
Wij reden de diesel, de meestverkochte motorisering, in GranSport-uitmonstering. Gespoten in het oogverblindend mooie Blu Emozione (€ 1.089) en voorzien van prachtige 21-inch Helios lichtmetalen wielen. Die maat zouden wij u, ondanks de meerprijs van twee tot vier mille, altijd aanraden, want de af-fabriek geleverde wielen (18-20 inch, afhankelijk van de uitvoering) doen de auto geen recht.
Het interieur is fraai en ruim, met smaakvolle details en een onberispelijke afwerking, maar zet geen nieuwe maatstaven. Daarvoor ligt de lat in deze prijsklasse te hoog. Het multimediasysteem – met een centraal geplaatst touch screen voor navigatie, audio, telefoon en diverse instellingen, inclusief Apple Carplay, Android Auto en swipe-mogelijkheid – werkt snel en vlekkeloos en is voor Italiaanse begrippen van een ongekend hoog niveau, maar de graphics zijn achterhaald en de menustructuur is weinig overzichtelijk. Je went er snel genoeg aan, maar feit is wel dat de Duitse concurrentie het systeem op alle fronten overklast.
Is dat erg? Niet als u de nadruk legt op rijplezier. Dat begint al met de positie achter het stuur. De met leer overtrokken en elektrisch te bedienen sportstoelen laten werkelijk niets te wensen over, terwijl het stuurwiel en de pedalen (!) eveneens met knopbediening te verstellen zijn. Alles is erop gericht het de bestuurder zo geriefelijk mogelijk te maken en dat kunnen we niet sterk genoeg prijzen. De hoogglans ‘carbon’ afwerking in onze testauto had, vanwege de goedkope uitstraling ervan, van ons niet gehoeven, maar het is een extra (€ 3.025) en dus makkelijk achterwege te laten.
Bij koude start nagelt het dieselblok erop los, maar eenmaal warm ontpopt hij zich als een ware heerlijkheid, met volop trekkracht en – vooral – een fantastisch geluid. Toegegeven, dat laatste uitsluitend met de sportknop ingedrukt, waarbij het geluid kunstmatig (via de speakers) wordt versterkt, maar dan nog: een beter klinkende diesel is ons niet bekend. Als ware het een raszuivere V8 roffelt het door het Italiaanse VM Motori gebouwde motorblok erop los, om zich in de stand ‘normaal’ bescheiden op de achtergrond terug te trekken. Sterker, dan is de Levante zelfs opvallend stil. En hoe leuk dat motorgeluid ook is, wij kozen er na verloop van tijd voor om alleen het onderstel op ‘sport’ te zetten. Dat leverde de perfecte mix tussen comfort en sportiviteit op.
Flamboyante charme
Mocht u denken dat, vanwege de merknaam, de Levante een hardcore sportmachine is, dan moeten we u teleurstellen. De Levante Diesel is weliswaar snel, maar niet uitzonderlijk snel, en zijn weggedrag en stuurgevoel zijn van dienovereenkomstige aard. Zie hem dan ook vooral als een uiterst capabale GT, waarmee het fantastisch Pan-Europese reizen maken is.
Is hij beter dan zijn – hoofdzakelijk Duitse – tegenstrevers? Nee. Hij verzet nergens de bakens, blinkt nuchter bezien nergens in uit, maar verovert je hart met zijn flamboyante charme en zijn van historisch merk-DNA doordrenkte karakter. We zeiden het al: pure emotie. De vraag is: kun je daar een prijskaartje aan hangen?
De Maserati Levante is verkrijgbaar vanaf € 121.468. Dan krijgt u de diesel. Benzine rijden kan vanaf € 139.868. Serieuze prijzen. En dan te bedenken dat we het nog niet eens over de accessoires hebben gehad. Want wat bij veel concurrenten standaard wordt meegeleverd, moet bij Maserati apart worden afgerekend. Niet voor kwam onze testauto op het uiterst respectabele bedrag van € 164.800. Is dat een beetje te veel emotie naar uw smaak, weet dan dat Maserati volgend jaar met een kleinere en goedkopere SUV komt. Gebaseerd op de Alfa Romeo Stelvio en bedoeld als (iets prijziger) alternatief voor onder meer de Porsche Macan, de Jaguar F-Pace, de Audi Q5 en de BMW X4.
Als we de geruchten mogen geloven, wordt die auto uitsluitend met eigen benzinemotoren leverbaar en komt er zelfs een plug-in-hybride. Dat biedt perspectief.