Het OM eist drie jaar gevangenisstraf tegen een 29-jarige man uit Eindhoven op verdenking van een poging tot brandstichting bij advocatenkantoor Vaessen in Cuijk, in september vorig jaar. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat de man en een toen 17-jarige medeverdachte in opdracht hebben gehandeld.
Wie in dat geval de opdrachtgever kan zijn geweest, blijft vooralsnog onduidelijk. De Eindhovense hoofdverdachte beriep zich afgelopen vrijdag voor de rechtbank in Den Bosch op zijn zwijgrecht, schrijft de Gelderlander.
Hij en zijn handlanger werden half september vorig jaar aangehouden, kort nadat er bij advocatenkantoor Vaessen midden in de nacht een ruit was ingeslagen. De politie trof later binnen een jerrycan met benzine en een stuk verbrand papier aan. De verdachten hadden zich in de buurt verstopt.
De hoofdverdachte had een aansteker en papier bij zich. Beide verdachten hadden glassplinters in hun kleding, hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de gebroken ruit van Vaessen. Bij het kantoor werden hun voetsporen en nog een jerrycan gevonden.
De politie heeft na onderzoek geen enkele directe link gevonden tussen Vaessen en de twee verdachten. Het OM vermoedt daarom dat zij in opdracht hebben gehandeld, bevestigt een woordvoerder desgevraagd: ‘Naast het ontbreken van cliënt-advocaat relatie is het onduidelijk waarom de twee op die dag vanuit Eindhoven naar Cuijk zijn afreisd om daar brand te stichten. Zelf geven ze er ook geen verklaring voor. Dan kan het handelen vanuit een opdracht een logisch zijn.’
De rechtszaak tegen de jongere verdachte vond plaats achter gesloten deuren, omdat hij nog onder het jeugdtuchtrecht valt. Tegen hem is een jaar jeugddetentie geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk. In beide zaken doet de rechtbank op 29 mei uitspraak.