De Wet openbaarheid van bestuur is niet van toepassing op stukken uit het klachtdossier van een deken, waaronder het dekenstandpunt. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 juni beslist, overeenkomstig eerdere jurisprudentie. De Advocatenwet bevat ‘een bijzondere en uitputtende openbaarmakingsregeling’ waarvoor de Wob als algemene openbaarmakingsregeling moet wijken.
De appellant in deze zaak wil informatie van de deken over aan haar zus te betalen alimentatie. Het nogal warrig geformuleerde verzoek aan de deken ziet op ‘”documenten”, middels verstrekking kopie, betreffende het al dan niet tot de “norm” voor advocaten behoren medewerking te verlenen aan “constructie” (partner-)alimentatie vér beneden “Trema-normen”.’
De deken van Zeeland-West-Brabant weigert de informatie te verstrekken, en volgens de Raad van State is dat terecht. Het feit dat uitspraken van Raden en Hof van Discipline in het openbaar worden uitgesproken maakt dat niet anders, aldus de Raad van State. Anders dan appellant veronderstelt, betekent een openbare uitspraak niet dat ‘het achterliggende klachtdossier openbaar gemaakt wordt op grond van de Wob’.