Eenzaamheid op het werk is iets waar we niet over praten. Het is meestal onzichtbaar, je vraagt er ook niet naar. Maar anekdotisch bewijs en recent onderzoek doen vermoeden dat de eenzaamheid van de ivoren toren een reëel fenomeen is in de advocatuur.
Door Juriaan Mensch
Ik herinner me een rechter die me tijdens een interview toevertrouwde niet langer bij het Hof te willen werken. Hij wilde graag terug naar de rechtbank: ‘Ik ben hier veel te vaak alleen aan het werk. Dat is gaan knagen.’ Ook een interim-advocaat noemde eenzaamheid als iets waar hij mee worstelde: ‘Je loopt even rond in een bedrijf, maar hoort er nooit echt bij. Je weet ook dat je snel weer vertrekt. Ik voel me soms een ghost.’
Afgelopen maart verscheen er (Amerikaans) onderzoek dat advocaten als eenzaamste groep liet zien, gevolgd door artsen, ingenieurs en wetenschappers. 61% van de advocaten scoorde bovengemiddeld op de eenzaamheidsschaal die de onderzoekers gebruikten. Hoe zou dat in Nederland zijn?
Het verbaast me niet dat advocaten bovengemiddeld eenzaam zijn. De kwaliteiten en beroepseisen die je geschikt maken voor het vak van advocaat, komen met een prijs. Advocaten zijn doorgaans individualisten, rationeel en sceptisch, afstandelijker, nemen niet snel dingen aan van een ander, en zijn gemiddeld genomen ook pessimistischer.
Als advocaat wordt er ook extra autonomie van je gevraagd. Zelfstandig professional worden is waar in de stage expliciet naar gestreefd wordt. Dan specialiseren: slechts een handvol mensen begrijpt uiteindelijk waar je mee bezig bent. Daar komt ook het belichamen van de kernwaarde onafhankelijkheid nog bovenop. Vertrouwelijkheid is ook een factor – geheimen bewaren is per definitie een eenzame taak.
Op het werk kan eenzaamheid in vele vormen voorkomen. Niet om hulp durven vragen, want je collega’s hebben immers al zo druk. Of ze denken: ‘daar heb je hem weer.’ Van professionele hulpverleners is bekend dat ze zelf niet snel om steun vragen, omdat ze altijd sterk en competent moeten lijken voor de ander. Altijd maar een held moeten zijn. Helden zijn ook vaak alleen.
Eenzaamheid kan ook voortkomen uit de overtuiging dat je altijd alles alleen moet doen. Veel mensen hebben hun identiteit om dat geloof gevormd, vaak omdat er onvoldoende steun was in hun jeugd. Later in het leven kan dat ideaal van autonomie naleven door alles alleen te doen ten koste gaan van echt contact maken en anderen binnen durven laten.
De beleving van eenzaamheid zelf is vaag en amorf, het kan een decor zijn waartegen je hele leven zich afspeelt, een achtergrondruis, maar gekenmerkt door leegte. Het is een gevoel van isolatie, de afwezigheid van de mogelijkheid van contact en steun.
Advocaten lopen ook meer risico omdat het werk met het hoofd wordt gedaan. We weten inmiddels dat je gevoel en ratio of hart en hoofd niet kunt scheiden, iets wat wel vaak als vereiste wordt gezien om het vak van advocaat of arts succesvol uit te kunnen oefenen. Voor het hart, gevoelde behoeftes en emotie is minder plek. De eenzaamheid begint dan met vervreemding van dat deel van jezelf.
Gelukkig is er genoeg aan te doen. Prosociaal gedragen naar elkaar en voldoende steun voor iedereen organiseren op het werk is natuurlijk een goed begin, maar het beste resultaat om eenzaamheid te bestrijden is volgens dezelfde onderzoekers gedeelde betekenis in het werk vinden. Laat mensen vanuit gedeelde waarden een doel en een visie samenwerken en productiviteit en de sfeer gaan vooruit en ziekteverzuim omlaag.
Ook dat verbaast me niet. Friedrich Nietzsche, die ook iets van eenzaamheid wist, zei het al: ‘Wie een Waarom heeft om te leven, kan ieder Hoe verdragen.’ Begin gelijk, en vraag je collega of hij of zij ergens hulp bij nodig heeft. Dat is gezond en gezelliger samenwerken. Succes.