Boeken en tijdschriften zullen ook de komende jaren op papier beschikbaar blijven voor de juridische markt. Maar ze krijgen een andere functie. Juridische uitgevers verliezen hun poortwachtersfunctie en worden meer en meer juridische dienstverleners. Twee juridische uitgevers blikken vooruit.
Door Persbureau LLM juridische communicatie
Nee, het einde van het (papieren) boek wordt niet aangekondigd. Zelfs vakbladen zullen nog wel ingedrukte vorm blijven verschijnen, hoewel dat in rap tempo zal afnemen. Juridische uitgevers volgen de wensen van hun lezerspubliek, maar sturen de ontwikkelingen binnen de rechtspraktijk ook.
Wirt Soetenhorst, directeur van Boom Uitgevers, is de man van het uitgeversambacht. Die zegt dat uitgeven een echt vak is. In zijn beginjaren was er alleen het boek en het tijdschrift, latere ontwikkelingen in het uitgeversvak heeft hij van dichtbij meegemaakt – hij is er zelfs op gepromoveerd. Desondanks is het lastig om in de verre toekomst te kijken. “Vroeger konden we misschien wel vijf jaar vooruitkijken, nu maar twee.”
Ook Ebbo Haantjes, segment manager Legal van Sdu, zegt dat de toekomsthorizon voor uitgevers beperkt is. “We kunnen een goede schatting maken over wat er de komende drie jaar gaat gebeuren, daarna – tot vijf – jaar is het niet meer dan een ruwe schatting.”
Maar binnen die paar jaar zijn er al aanzetten die het uitgeefvak fundamenteel kunnen veranderen. Boom juridische uitgevers zit al in die verandering. Boeken worden nog vaak gedrukt, maar ook steeds meer via printing on demand beschikbaar gemaakt en gehouden. Van de tijdschriften en tijdschriftartikelen is 90 procent digitaal. De rest gaat naar auteurs, redacties en enkelen die een papieren abonnement hebben.
Bij boeken ziet Soetenhorst een vergelijkbare ontwikkeling, maar die gaat wat langzamer. “We geven minder papieren boeken uit en meer digitale, die dan beschikbaar zijn als pdf. Van iedere vijftig hard copies die we verkopen versturen we honderd digitale boeken, van dezelfde titel. De totale markt wordt echter niet kleiner.” Boom juridisch geeft zo’n duizend tijdschriftartikelen uit en jaarlijks verschijnen er zo’n kleine 350 nieuwe boektitels.
Onmiskenbaar is dat de portfolio ‘digitaal’ verder zal groeien. In 2002 gingen de eerste tijdschriften online, nu staan ze allemaal op het internet. “Ooit heette het dat advocaten of andere juridische beroepsgroepen niet op digitale producten zaten te wachten. Ze waren traditioneel of zelfs conservatief. Dat is nu wel veranderd,” zegt Soetenhorst.
“Het ligt wel aan het specifieke werk dat je doet. Bereid je een processtuk voor en wil je even precies weten dat er in een bepaald wetsartikel staat, dan is online handiger: je vindt het sneller en je kan het eventueel makkelijk kopiëren en plakken. Wie onderzoek doet, vindt vaak een echt boek prettiger, het liefst meerdere boeken op tafel. We horen ook dat advocaten in zo’n geval graag drie schermen naast elkaar zouden hebben, met op ieder scherm een e-book. Opmerkelijk is dat advocaten, als ze een digitaal artikel raadplegen, dit toch graag printen en dus van papier lezen.” Advocaten zitten dus in een stadium dat het én én is.
Selectie
Bij auteurs heeft dit volgens Soetenhorst ook de nodige veranderingen teweeg gebracht. Ze schrijven minder vaak een ‘boek’ maar eerder een verzameling hoofdstukken, die ook apart kunnen worden geraadpleegd. Al in het schrijfproces houden ze er rekening mee hoe mensen lezen: niet meer het boek van kaft tot kaft maar ze selecteren die hoofdstukken die ze nodig hebben. Die moeten dan wel een kop en staart hebben en dus niet opgaan in het groter geheel van het boek.
Deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat juridische uitgevers weer meer moeten terugvallen op hun ambachtelijke vaardigheden. “Er is weer meer aandacht voor de look & feel van boeken,” zegt Soetenhorst. “Redactionele begeleiding, een goed register, het leeslint, zelfs de steunkleur zijn zaken die steeds belangrijker zijn geworden.” Volgens hem stellen auteurs dat ambachtelijke op prijs. “Ze denken graag mee over het lettertype en hoeveel wit er tussen de regels moet. Alsof we in de digitale tijd weer wat teruggaan naar oud vakmanschap. Maar dat is ook een manier om goede auteurs aan je uitgeverij te binden.”
Ook in de promotie is er het nodige veranderd. “Rond boeken organiseren we veel meer events,” zegt Soetenhorst. “Lezingen, seminars, boekpresentaties. Dat is heel wat anders dan je eigen boek schrijven en vormgeven en via de sociale media delen. Dat laatste doen we trouwens ook wel. Onlangs plaatste Rieme Jan Tjittes op LinkedIn een post over zijn nieuwe boek Commercieel contractenrecht. Leverde meer dan elfduizend pageviews op.”
Het ambachtelijke zit vooral in deze andere activiteiten om een boek te promoten en laat de toegevoegde waarde van een uitgeverij zien. Soetenhorst: “Ik sprak laatst met Bob Wessels, de emeritus hoogleraar insolventierecht in Leiden. Ik vertelde hem dat ik een boek aan het schrijven was over de toegevoegde waarde van uitgeverijen. ‘Dat zal dan wel een dun boekje worden’, zei hij. Niets is minder waar. Het is contact houden met auteurs, het is redigeren, externe lezers inschakelen, promotieactiviteiten. We hebben een open access platform over de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. We doen aan kantoorbezoeken, waar we licentiecontracten voor e-boeken hopen af te sluiten. En we ontwikkelen online video’s en podcasts, de nieuwe manieren om juridische kennis te delen. Met een webinar toon je als uitgever aan dat je ook universiteit kunt zijn. Die rollen gaan meer en meer door elkaar lopen.”
Groen open acces
Dit alles moet wel wat opleveren, want uitgeverijen zijn commerciële bedrijven. Boom heeft gekozen voor ‘groen open access’: gedurende een bepaalde tijd verdient de uitgeverij aan artikelen – om zo de investering voor eindredactie en vormgeving terug te verdienen – en na een ‘redelijke termijn’ mag het gratis worden verspreid. Een kwartaalblad mag op deze manier na zes maanden worden vrijgegeven, een maandblad na drie maanden. Boom heeft tevens een ‘gouden open access’: in dat geval wordt de auteur direct betaald voor zijn werk.
Tot de overlevingsstrategie behoort ook: samenwerken met de praktijk. “Daar moeten we onze toegevoegde waarde tonen. Geven we een artikel in pdf uit, dan moet dit zijn voorzien van links, het moet goed doorzoekbaar zijn en we moeten weten hoe vaak een artikel wordt gedownload. Daarnaast zijn er nog de weggevertjes. Wie vanaf januari 2018 een mail krijgt over een nieuwe editie van een tijdschrift, kan het eerste artikel altijd gratis lezen.”
Al met al is het werk van de juridische uitgever flink veranderd. Soetenhorst: “In de jaren ’80 was een uitgever nog een poortwachter, hij bepaalde wat wel en niet verscheen. Nu zijn we meer een boswachter, we moeten steeds beter in de gaten houden waar we content vinden, waar onze content is en wie (of waar) deze gebruikt of zelfs misbruikt. Dat maakt ons werk ook complexer.”
Juridisch dienstverlener
Voor Ebbo Haantjes van Sdu is er één zekerheid: zijn doelgroep zal de komende jaren uitbreiden. Juridische dienstverlening is niet enkel meer het domein van de advocaat, notaris en de bedrijfsjurist. In de zakelijke dienstverlening zal veel standaard juridisch werk – in beginsel – ook door de medewerker in de business zelf kunnen worden afgehandeld. Sdu is in de juridische dienstverlening vooral sterk met de reeks Sdu Commentaar, de Jurisprudentie-bladen en Praktijk-tijdschriften zoals TOP en FRP – allemaal voor een groot aantal rechtsgebieden. Dat zal allemaal blijven bestaan, zegt Haantjes, maar de betekenis ervan zal veranderen.
De reden? “Wij zijn binnen de komende vijf jaar geëvolueerd van een juridische uitgeverij naar een juridische dienstverlener. Ja, wij gaan diensten aanbieden die advocaten nu ook aanbieden, zoals het opstellen van overeenkomsten. Waar staat in het Burgerlijk Wetboek dat een advocaat een contract moet opstellen? Nergens. Maar ook zonder tussenkomst van een advocaat kan je in de business prima een rechtsgeldig contract opstellen. En de handvatten hiervoor gaan wij als juridische dienstverlener aanbieden.”
Natuurlijk blijft Haantjes ‘traditioneel’ uitgeven. “Juristen kunnen hun stukken direct op de site van hun eigen kantoor plaatsen. Maar als het is uitgegeven geeft dat ook status. Je wilt niet alleen op je kantoorwebsite staan, je wilt in het Tijdschrift voor Ondernemingsrechtpraktijk staan. Daar is onze toegevoegde waarde zichtbaar: het artikel wordt beter ontsloten, we voegen signaleringen en wetgevingsoverzichten toe en de jurist kan er zeker van zijn dat hij met deze verzameling van informatie voor die maand up to date is voor zijn rechtsgebied.”
Die rol – die van de klassieke uitgever – blijft noodzakelijk om de stap naar juridische dienstverlener te zetten. Het eerste product dat Sdu op dit terrein heeft gelanceerd is Sdu Arbeidsrecht, een online platform waarop alle arbeidsrechtelijke informatie thematisch is samengebracht door middel van practice notes, inclusief voorbeeldbrieven, modellen en rekentools. Het platform biedt daarnaast nog visualisaties, zoals flowcharts en andere beslisbomen. Haantjes: “En waar we ‘vroeger’ informatie – boeken, tijdschriften – aanboden aan juristen, zijn onze nieuwe producten ook van toegevoegde waarde voor managers in de business en medewerkers van de afdeling HR.”
Hoge uurtarieven
Het startpunt van deze nieuwe producten is: luisteren naar de cliënt – bij de Sdu is dat in beginsel de advocaat. “Die merkt dat hun cliënten steeds minder bereid zijn hoge uurtarieven te betalen, die willen dat de aangeboden diensten vooral praktisch zijn en door middel van digitale toepassingen sneller en eenvoudiger. HR-mensen zeggen vaak: waarom moeten we nog een advocaat nemen? Is dat echt wel nodig? Sdu Arbeidsrecht zorgt ervoor dat de advocaat echt het werk kan doen waar hij of zij het beste zijn toegevoegde waarde kan leveren zodat de cliënt effectief en efficiënt wordt bediend.”
Dat de Sdu ook nog ‘traditioneel’ uitgeeft komt hier goed van pas. Met de informatie uit eigen vakbladen wordt een platform als Sdu Arbeidsrecht juist gevoed. Zonder die bladen zou het platform niet kunnen bestaan, zegt Haantjes. De basis voor iedere jurist blijft de juridische content. “De toegevoegde waarde van de uitgeverij zit daarnaast ook in het feit dat deze de informatie die de advocaat wil hebben kan aanbieden op het device (zoals een tablet) waar deze het liefste mee werkt.”
Dus boeken en papieren tijdschriften zullen nog gewoon blijven bestaan, denkt Haantjes. “Advocaten willen ook veel digitaal, niet omdat het prettiger lezen is van het scherm, wel omdat de opslag van boeken duur is – die vierkante meters kun je ook gebruiken als kantoorruimte. Ook kun je met digitaal makkelijker je dossier opbouwen en makkelijker informatie delen. Zo verschuift onze core business van papier naar digitaal, of inhoudelijk gezien: van het oplossen van juridische problemen naar het voorkomen van juridische problemen. Een belangrijk onderdeel van future law is immers preventing law. Dat kan uitstekend met nieuwe diensten zoals Sdu Arbeidsrecht. Ik voorspel op dit terrein dan ook een mooie toekomst voor hbo-juristen, die zijn praktisch ingesteld, hebben kijk op legal tech en zijn beter in staat om in teams te werken.”
We moeten als uitgeverij wel, zegt Haantjes. Het Internet of Things is er, de opkomst van AI, er ontstaan smart cities en de circulaire economie. “Hoe dat wereldbeeld er de komende jaren uit komt te zien, moet je als juridisch uitgever meenemen.”