Jop Floris was benieuwd hoe Afrika in werkelijkheid zou zijn. Om dat met eigen ogen te zien, reed hij met een vriend van Utrecht naar Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. “Onze horizon is breder, maar ik vraag me af of er een Afrikaans woord bestaat voor burn-out.”
Door Patricia Jacob
“Ik zeg soms gekscherend tegen mijn vriendin dat ik ooit de marathon van Pyongyang ga lopen.” Dat mag dan een grapje zijn, maar het staat vast dat Jop Floris avontuurlijk is. “Ik zoek uitersten op.” Een paar jaar geleden liep hij in Oeganda stage bij de Orde van Advocaten. In 2008 reed hij in een zilvergrijze Mercedes van Nederland naar Burkina Faso.
Wat deed je in Oeganda?
“De Oegandese Orde van Advocaten heeft door het hele land legal aid centres, ‘loketten’ waar mensen met juridische vragen kunnen aankloppen. Ik heb die kantoortjes bezocht om te kijken hoe ze functioneren. Een mooi excuus om het hele land door te reizen.”
Mooi land?
“Ja. Het land is extreem vruchtbaar en groen. Mijn vriendin en ik hebben er een gorilla-trekking gedaan. Onze gids vond de gorilla’s al na drie kwartier lopen: enorme koppen, gigantische klauwen. Sta je ineens op twee meter van een neuspeuterende zilverrug.”
Afrika-fan?
“Sinds mijn roadtrip van vier maanden naar Burkina Faso in West-Afrika heb ik een passie voor Afrika. De prachtige natuur, het avontuurlijke. We hebben geslapen in hostels, in ons tentje en onder de sterren.”
Waarom wilde je naar dit continent?
“In het journaal zie je vaak van die stigmatiserende beelden; kindjes met opgezwollen buikjes en zo. Ik was benieuwd hoe Afrika in werkelijkheid zou zijn. Ik wilde met eigen ogen zien hoe het er in dat continent aan toegaat en of en hoe ze daar plezier beleven.”
En?
“Ik heb in Mali flink gedanst op Afrikaanse beats. Biertje erbij, super vriendelijke mensen. Natuurlijk zie je ook armoede. Maar het is niet zo dat ze er ongelukkig zijn omdat ze minder spullen en mogelijkheden hebben dan wij. Onze horizon is breder, maar dat brengt ook weer zorgen met zich mee. Ik vraag me af of er een Afrikaans woord bestaat voor burn-out.”
Die roadtrip, hoe kwam je erop?
“Frederik, mijn toenmalige Utrechtse huisgenoot, en ik hadden Mijn Mercedes is (niet) te koop gelezen. In dit boek beschrijft Jeroen Bergeijk zijn roadtrip naar West-Afrika. Heel inspirerend. Dat wilden wij óók. Omdat ik net was gestopt met mijn studie International Business had ik er tijd voor. Voor 1.300 euro kochten we een auto die je volgens Bergeijk goed kon doorverkopen: een grote Mercedes met een handgeschakelde dieselmotor. Uiteindelijk hebben we er in Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso, 3.000 euro voor gekregen.’
De route?
“We zijn zo snel mogelijk naar Zuid-Spanje gereden, waar we de boot naar Marokko pakten. Via Tanger en Agadir reden we over de rug van het Atlasgebergte naar de Westelijke Sahara. Vervolgens door de zandbak naar Mauritanië. Via Mali zijn we daarna naar Burkina Faso gereden. Nadat we de auto hadden verkocht, namen we de bus naar Ghana om van daaruit naar huis te vliegen.”
Ben je ook bang geweest?
“Tussen Marokko en Mauritanië ligt een strook niemandsland van drie kilometer breed. Het stikt daar van de landmijnen. Een grensbewaker vertelde dat we linksaf moesten, maar niét hoe we precies moet rijden. Er raceten wat 4×4’s, als het kon volgden we hun stofwolken.
Behalve in dat niemandsland heb ik me nergens onveilig gevoeld. Het vervelendste waren de corrupte agenten die we overal tegenkwamen. Ze zeiden dan bijvoorbeeld dat we te hard hadden gereden, terwijl hun wapen ‘per ongeluk’ een beetje door ons open raam naar binnen stak. We glimlachten en bleven geduldig. We dachten: als ze zien dat wij meer tijd hebben dan zij, druipen ze wel af. Dat werkte.”
Ze zagen jullie als levende geldbuidels…
“Ja, en vroegen steevast schaamteloos een ‘cadeau’. Als blanke bén je ook rijk. Ik heb het daar later nog over gehad met een Oegandees. Hij vond het logisch dat velen ons aanspraken. ‘Jullie kijken toch ook op als bij jullie iemand in een Ferrari langskomt?’ Hij vergeleek een gesprek met ons met een Ferrari-ritje – even ruiken aan rijkdom, luxe en het schijnbaar onbereikbare. ‘Maar’, vulde hij aan, ‘daarna gaan we gewoon door met ons eigen leven’. Zoals ik – en dat schatte hij goed in – dat ook heb met die Ferrari. Leuk, zo’n ritje, maar ik hoef geen Ferrari te hebben en ben niet jaloers op de eigenaar.”
Meer eyeopeners?
“Nooit geweten dat Marokko zó mooi is! Niet dat ik er naartoe terug wil, maar ik ben ook blij dat ik Mauritanië heb gezien. Overal zand, veel zandstormen. Je wordt er voortdurend gezandstraald. Er is nauwelijks eten, het is vaak te droog voor landbouw. Gelukkig hadden we blikken Unox-erwtensoep bij ons.
Toen we van Mauritanië de grens naar Mali overgingen, was ik euforisch: eindelijk groen, lachende mensen en kraampjes met cola en bier. In Mauritanië staan er volgens mij veertig zweepslagen op alcoholbezit.”
Hoe was Burkina Faso?
“In Bazoulé zijn krokodillen heilig. Honderden zitten er in een klein meer. We hebben een kip aan een touwtje geofferd. Toen ik grappend vroeg of ze niets groter hadden dan dat magere beest, kwamen ze met een zwijn, kermend op een bagagedrager gebonden. Eh, laat maar.
In Burkina Faso heb ik nog even in een ziekenhuis gelegen – iets met uitdroging, een bacteriële infectie en parasiet. Toen ik beter was, zaten we dertig uur in de bus naar Ghana.”
Terug in Nederland …
“Ging ik taal- en cultuurstudies doen. Later rechten erbij, met als specialisatie internationaal publiekrecht – oorlogsrecht en mensenrechten. In 2016 startte ik bij Holla. Daarvóór heb ik vrijwilligerswerk gedaan, onder andere als voorlichter bij het Rode Kruis.
Misschien is het zaadje voor mijn carrière wel geplant tijdens die roadtrip. In ieder geval heb ik door Afrika geleerd te relativeren. Ook heeft het continent mijn blik op ontwikkelingswerk gevormd. Ik was bijvoorbeeld in een dorp dat was bezaaid met wegrottende plastic watertonnen; de infrastructuur om ze te vullen ontbrak. Het Westen komt te vaak met oplossingen die voldoende rekening te houden met de plaatselijke situatie.
Datzelfde zie je nu ook met de ‘hulp’ uit het (Verre) Oosten. In plaats van oplossingen op te leggen, zou het beter zijn ervoor te zorgen dat bewoners zélf met suggesties komen. Om creatief te kunnen zijn, is een goede opleiding noodzakelijk. Opleiding is volgens mij dé sleutel tot de verdere ontwikkeling van Afrika.”
Advocaat-stagiaire Jop Floris werkt op de afdeling Financiering, Zekerheden en Insolventie bij Holla in Den Bosch. Als lid van het blockchainteam volgt hij ook de ontwikkeling van die technologie op de voet.