Door een beroepsfout werden zijn cliënten bij verstek veroordeeld. De hierop volgende verzetdagvaarding kwam nooit aan bij de rechtbank. Intussen tastten zijn cliënten in het duister over waar hij zoal mee bezig was. Omdat het niet de eerste keer was dat deze advocaat zijn cliënten zo in de kou liet staan, schrapte de Raad van Discipline Amsterdam hem deze maand van het tableau.
De twee klagers in deze tuchtzaak worden in mei 2016 gedagvaard wegens paulianeus handelen in het faillissement van hun vader cq. partner. De curator wil onder meer beslag laten leggen op hun auto’s. De ingehuurde advocaat gaat ermee aan de slag en vraagt toevoegingen aan voor zijn cliënten.
Tijdens de zitting blijkt echter dat de advocaat zich niet bij de rechtbank heeft gesteld namens zijn cliënten, die vervolgens bij verstek worden veroordeeld zodat de curator beslag kan leggen. De advocaat stelt nog een verzetdagvaarding op, maar dient deze niet in bij de rechtbank. De maat is voor de cliënten vol als hun advocaat het door hen verzochte kort geding moet uitstellen vanwege zijn vakantie. Ze stappen over naar een andere advocaat, die zijn voorganger aansprakelijk stelt voor de geleden schade als gevolg van beroepsfouten.
Bovenop dit alles verwijten de klagers de advocaat dat hij nooit hun opdracht heeft bevestigd en hen niet op de hoogte hield van zijn acties in de zaak. Hij diende zonder enig overleg processtukken in en reageerde niet op verzoeken om contact. Volgens hem was namelijk de gefailleerde heer B. zijn cliënt, en niet de klagers.
Deze en andere verweren verwijst de Raad van Discipline Amsterdam in een beslissing van 10 april naar het rijk der fabelen. De advocaat had immers een toevoeging voor hen aangevraagd en startte in een later stadium een kort geding voor deze cliënten. ‘Zo kan moeilijk worden volgehouden dat klagers geen advocaat-cliëntrelatie met verweerder hadden’, aldus de raad. Zodoende had de advocaat een opdrachtbevestiging moeten sturen en zijn cliënten op de hoogte moeten houden.
Ook neemt de tuchtrechter het de advocaat kwalijk dat hij de termijn van de dagvaarding had laten verlopen, met de veroordeling van zijn cliënten tot gevolg. Dat hij naar eigen zeggen onder grote tijdsdruk stond, dossierstukken laat aangeleverd kreeg en in die periode een tijdje in het ziekenhuis lag, het zijn voor de raad geen geldige excuses. ‘Vaststaat dat verweerder heeft nagelaten zich op de rolzitting van 20 juli 2016 namens klagers te stellen, terwijl hij de dagvaarding reeds vanaf 26 mei 2016 in bezit had.’ Een advocaat die onverhoopt in het ziekenhuis belandt, moet bovendien zelf voor een goede waarneming zorgen.
Dat de verzetdagvaarding niet is aangebracht bij de rechtbank, mag volgens de raad inderdaad een beroepsfout heten. ‘Door aldus te handelen heeft verweerder de zorg die hij als advocaat had behoren te betrachten ten opzichte van klagers ernstig verzaakt,’ aldus de raad. Omdat de advocaat al meermaals geschorst is geweest wegens soortgelijke verwaarlozing van zijn cliënten, schrapt de raad hem nu van het tableau.
‘Het baart de raad zorgen dat verweerder, ondanks eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen, kennelijk geen althans geen afdoende maatregelen heeft genomen om dergelijke klachten te voorkomen,’ zo staat in de op 23 april gepubliceerde uitspraak. ‘De raad komt tot de conclusie dat het niet verantwoord is dat verweerder als advocaat de praktijk weer zou gaan uitoefenen en zal daarom een schrapping opleggen. Het feit dat verweerder zich als advocaat heeft laten uitschrijven staat daaraan niet in de weg.’