Misschien is het u ontgaan, maar Kia is al lang niet meer die kiloknaller van weleer, die grossierde in geinige boodschappenwagentjes ‘voor weinig’. Het modellenportfolio doet heden ten dage niet onder voor welk ander merk dan ook, en de prijzen zijn navenant. Het enig dat nog ontbrak, was een echt vlaggenschip. Omdat de Koreanen graag als ‘premium’ geboekstaafd worden, is die omissie onlangs weggenomen. Maak kennis met de Kia Stinger.
Door Ewoud Hallebeek
Even afgezien van de suffe naam en het feit dat Kia de auto zelf omschrijft als ‘levende legende’ en een ‘modern classic’ (om met Jacobse en Van Es te spreken: mogen wij even overgeven?), moet worden vastgesteld dat de Stinger een indrukwekkende verschijning is. Goed, de achterzijde is misschien wat zwaar aangezet en op een typisch Aziatische wijze non-descript, maar de proporties zijn evenwichtig, terwijl het front ronduit geslaagd te noemen is.
Verantwoordelijk voor het design is de in 2006 aangetrokken Peter Schreyer, die voorheen werkte voor VAG Groep en daar de Audi TT en de VW Golf IV tekende. Sowieso heeft Kia zich de laatste jaren verzekerd van kennis van buitenaf. De Stinger, die zijn leven in 2011 als showauto begon, staat op het Genesis-platform van zustermerk Hyundai. Het onderstel is echter fijngeslepen door de in 2015 van BMW’s M-divisie overgekomen Albert Biermann. We bedoelen maar.
De Stinger is in drie uitvoeringen leverbaar. Te beginnen met de 200 pk sterke 2.2 CRDi viercilinder turbodiesel, goed voor een topsnelheid van 230 km/u en de sprint van 0 tot 100 km/u in 7,6 seconden. De 2.0 Turbo benzine heeft 255 pk (240 km/u, 0-100 km/u in 6 sec) en, net als de diesel, achterwielaandrijving.
Piece de resistance is echter de – aan de rode Brembo remklauwen te herkennen – vierwielaangedreven 3.3 Twin Turbo V6. Een serieuze machine, met 370 pk, 510 Nm koppel en de standaardsprint in 4,9 seconden. Om ook de beoogde concurrentie duidelijk te maken dat er een nieuwe sheriff in town is, heeft Kia het herenakkoord van de Duitse fabrikanten (alle auto’s begrensd op 250 km/u) naast zich neergelegd en mag de Stinger V6 doordraven naar zijn natuurlijke topsnelheid van 270 km/u. Tweehonderdzeventig. In een Kia. Gekker moet het niet worden.
Concurrentie. Het woord is gevallen. Kia zelf noemde tijdens de persintroductie nadrukkelijk de BMW 4-serie Gran Coupé en het valt de Koreanen te prijzen dat ze groot durven te denken. Zoals Ellen Johnson Sirleaf, Afrika’s eerste vrouwelijke president, de in 2011 afzwaaiende Harvard-studenten voorhield: if your dreams don’t scare you, they are not big enough. Punt is: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. En die dichtregel van Willem Elsschot mag u in het geval van de Kia Stinger letterlijk nemen.
Aan de auto ligt het niet. De door ons gereden 3.3 Twin Turbo V6 AWD is bloedsnel, hangt heerlijk aan het gas, is ruim (ook achterin, zij het dat de hoofdruimte voor volwassenen wat aan de krappe kant is), gezegend met een voortreffelijke wegligging en de fijnste stoelen die we in tijden onder ons hebben gehad.
Het dashboard doet qua lay out denken aan Mercedes-Benz en ook dat is geen straf. De afwerking en de gebruikte materialen halen het niveau van de gevestigde orde echter niet. Nuchter beschouwd valt er weinig op af te dingen, maar het ultieme verwengevoel ontbreekt ten enenmale. Daar doet de uitgebreide standaarduitrusting niets aan af. Alle Stingers zijn af-fabriek voorzien van een (fijne) achttraps automaat met flipperbediening, een glazen schuifdak, LED-verlichting, navigatie, lederen bekleding, stoel- en achterbankverwarming, Harman Kardon Premium geluidsinstallatie met 15 speakers en DAB+, head-up display, 8-inch touch screen, Apple Car Play, draadloos opladen van uw telefoon, adaptive cruise control, voetgangersdetectie, rijbaanassistentie, parkeersensoren met camera voor en achter, en prachtige 19-inch lichtmetalen wielen. Grappig genoeg zijn de enige opties een trekhaak en een fietsendrager. Meer kun je niet aanvinken. Wel zo overzichtelijk.
Bij ons riep de Stinger vooral herinneringen op aan de Ford Mustang, die ons niet zozeer met zijn ‘premiumgevoel’ wist te overtuigen, alswel met zijn charme, karakter en speelsheid.
De Kia Stinger is verkrijgbaar vanaf € 59.995. Dan heeft u de tweeliter diesel. Maar natuurlijk roept eigenlijk alleen de V6 uw begeerte op. Voor die uitvoering belooft Kia een gemiddeld verbruik van 1 op 9,4 (wij kwamen uit op 1:8,9).
En dan weet u wel uit welke hoek de wind waait. Ons belastingsysteem straft relatief onzuinige auto’s als deze genadeloos af: maar liefst € 50.149 aan BPM dient er voor de top-Stinger te worden afgedragen, waardoor de aanschafprijs uitkomt op een bij voorbaat kansloze € 99.995. Want voor de duidelijkheid: de qua uitrusting en motorisering vergelijkbare BMW 440iA xDrive Gran Coupé, waar Kia de auto zelf mee vergelijkt, kost € 77.462, terwijl u zich voor € 86.615 eigenaar mag noemen van een Audi S5 Sportback 3.0 TFSI Quattro. En voor 106 K staat er een Maserati Ghibli voor de deur.
Zelfs met een fluoriserend roze bril op wordt het dan toch wel een heel lastig verhaal. En dan te bedenken dat de duurste Stinger in België en Duitsland een kleine € 54.000 kost en in de Verenigde Staten zelfs USD 38.350 (± € 31.500), waarmee hij in het land van The Donald niet minder dan USD 20.000 goedkoper is dan een BMW 440i xDrive.
De Nederlandse importeur accepteert manmoedig dat de Stinger in ons land een marginale rol zal spelen. Bij gebrek aan verkoopaantallen moet zijn prestige afstralen op de doorsnee-Kia’s als de Picanto, de Sportage en de Cee’d, en klanten – bij wijze van visitekaartje – de showrooms binnenlokken. Aldus bezien is zijn missie wat ons betreft geslaagd.