Een advocaat was het oneens met de constatering van de Raad van Discipline dat hij werk en privé had gemengd, omdat hij zijn ex-vriendin na het uitgaan van hun relatie alsnog een factuur had gestuurd voor het regelen van haar scheiding. Het Hof van Discipline is in een maandag gepubliceerde uitspraak echter dezelfde conclusie toegedaan: ‘onvoldoende zakelijk, professioneel en los van persoonlijke belangen’.
‘De relatie heeft mij in emotioneel opzicht erg veel gekost, maar ook financieel. Ik zou toch graag nog een beetje genoegdoening hebben van hetgeen ik voor je heb gedaan en wel in de vorm van het alsnog betalen door jou van de rente op de lening en de kosten van de echtscheidingsprocedure,’ mailt de advocaat zijn ex-vriendin in maart 2016.
De twee kregen in 2011 een buitenechtelijke relatie, toen zij nog getrouwd was. In 2014 vraagt de vrouw de scheiding van haar toenmalige echtgenoot aan. De advocaat is bereid zijn vriendin hierbij te helpen, gratis en voor niets, omdat het een betrekkelijk eenvoudige echtscheiding betreft. Medio 2015 beëindigt de vrouw de relatie echter, waarna zij maanden later van haar ex-vriend de advocaat alsnog de rekening à 5.002 euro gepresenteerd krijgt. Zijn ex dient hierom een klacht in bij de deken. De Raad van Discipline geeft haar gelijk en legt de advocaat een waarschuwing op wegens het vermengen van zakelijk en privé.
Voor het Hof van Discipline houdt deze advocaat vol dat hij wel degelijk een opdrachtbevestiging aan zijn toenmalige vriendin had gestuurd, en later een factuur. Dit kan hij echter niet hard maken, terwijl zijn ex er ook tegenover het hof bij blijft dat zij deze papieren nooit heeft ontvangen. Ook blijkt nergens uit dat de twee zouden hebben afgesproken een en ander te verrekenen bij het kopen van een huis, wat voor het uitgaan van de relatie nog het plan was.
‘Juist in een situatie als de onderhavige waarbij verweerder als advocaat is opgetreden voor zijn partner had van verweerder verwacht mogen worden dat hij een strikte scheiding zou aanbrengen tussen privé en zakelijk,’ aldus het hof in zijn uitspraak van 5 februari. ‘In deze is geenszins gebleken dat verweerder daaraan heeft voldaan. […] Verweerder heeft onduidelijkheid laten ontstaan omtrent de financiële afwikkeling van zijn bemoeienis als advocaat met betrekking tot de echtscheiding van klaagster. Tekenend daarvoor is de eerst na het verbreken van de relatie ontstane discussie omtrent betaling’.
Verder onderstreept het hof dat het gebruik van privémail ook niet helpt bij ‘een heldere en zakelijke afwikkeling van de advocaat-cliënt-relatie’. Het hof negeert suggestie van de advocaat dat zijn ex zijn mailtjes voor indiening moet hebben bewerkt.