Notariskantoren hoeven voorlopig geen accountantsverklaring (samenstellingsverklaring) bij de kwartaalcijfers te overleggen aan hun toezichthouder, het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Dit meldt het BFT via de eigen website, nadat de rechtbank Amsterdam deze maand oordeelde dat deze verplichting onvoldoende grond vindt in de Wet op het notarisambt (Wna).
Twee uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 7 september vormen de aanleiding voor de opschorting van verplichting. De accountantsverklaring vormt voor het BFT een extra controlemiddel, maar is door veel notariskantoren bekritiseerd vanwege de extra tijd en kosten die dit met zich meebrengt. Ook is er altijd kritiek geweest op de verplichting (sinds 2014) om kwartaalcijfers aan te leveren. De rechtbank heeft nu geconcludeerd dat de in de Regeling op het notarisambt (Rna) vastgelegde verplichting om een samenstellingsverklaring te overleggen bij de kwartaalcijfers, onvoldoende basis heeft in de Wna.
Het BFT tekent tegen deze uitspraken hoger beroep aan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tot die tijd vindt de toezichthouder het ‘opportuun’ om de verplichting tot het overleggen van een samenstellingsverklaring op te schorten, ‘in die zin dat het BFT vanaf heden niet verlangt’ dat notariskantoren een samenstellingsverklaring overleggen bij de kwartaalcijfers. De opschorting is van kracht vanaf het derde kwartaal van 2017. Daarnaast zal het BFT voorlopig geen bezwaarschriften behandelen gericht tegen de weigering van een ontheffing samenstellingsverklaring. ‘Uiteraard dienen de kwartaalcijfers zelf wel door u te worden overgelegd,’ schrijft de toezichthouder.
Deze zomer leverde de ledenraad van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie in een brief felle kritiek op het BFT, met als voornaamste verwijten ondeskundigheid en een overdaad aan bureaucratie. In de brief stelde de KNB al voor dat notariskantoren niet meer hun kwartaalcijfers hoeven in te leveren, tenzij een kantoor in financiële moeilijkheden verkeert. De KNB betwijfelt openlijk of het BFT wel iets met deze gegevensstroom doet. De toezichthouder claimt van wel.