De Raad van Discipline in Den Haag heeft de Rotterdamse advocaat Martijn Smit een onvoorwaardelijke schorsing opgelegd van vier weken voor het aanvragen van toevoegingen op naam van een kantoorgenoot en het belemmeren van de deken in zijn toezichthoudende taak. De advocaat wilde een gesprek op zijn kantoor met de deken zonder voorafgaande toestemming vastleggen met een filmcamera.
Volgens de Raad van Discipline getuigt de wens van Smit om opnames te maken van het gesprek met de deken ‘van een mate van wantrouwen die een redelijk handelend advocaat niet past’. ‘Dat de camera al ingeschakeld was toen de deken de spreekkamer betrad en dat zijn redelijke bezwaren tegen het maken van opnames werden genegeerd, is onfatsoenlijk en niet zoals het een redelijk handelend advocaat betaamt. Verweerder had de deken op de hoogte moeten stellen van zijn wens om opnames te maken en had de deken om toestemming moeten vragen, alvorens de camera in te schakelen. De gedragingen van verweerder zijn tuchtrechtelijk verwijtbaar,’ aldus de Raad van Discipline.
Advocatie schreef eerder over de kwestie met de toevoegingen. Een advocate maakt bij Raad voor de Rechtsbijstand bezwaar tegen het door Smit aanvragen van toevoegingen op haar naam. Bij de kantonrechter probeerde Smit haar financieel aan te pakken, omdat ze een contractueel overeengekomen geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. In april 2017 wees de kantonrechter de eis – 40.000 euro schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad – van de advocaat af.
De Raad van Discipline is met de Raad voor Rechtsbijstand van oordeel dat Smit inderdaad toevoegingen heeft aangevraagd op naam van zijn kantoorgenoot. ‘Verweerder heeft aldus niet integer gehandeld en daarmee een van de kernwaarden van de advocatuur geschonden. Een en ander is tuchtrechtelijk verwijtbaar en de raad acht gezien de ernst van deze feiten de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken passend en geboden.’
De schorsing wordt pas onherroepelijk na het verstrijken van de beroepstermijn van vier weken.