De Brabantse advocaat Bart Visser, die momenteel achter de tralies zit op verdenking van drugs- en wapenhandel, is reeds vorige week voor onbepaalde tijd geschorst. Dat blijkt uit een maandagavond gepubliceerde uitspraak van de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch, die hiermee tegemoet komt aan een verzoek op grond van artikel 60ab Advocatenwet.
De advocaat uit Dongen – met kantoor in Breda – werd op 18 juli aangehouden in Amsterdam, in een langdurig onderzoek naar drugs- en wapenhandel. Hij zou onder meer betrokken zijn geweest bij drie wapenleveringen. Sindsdien zit hij in hechtenis: de rechtbank in Rotterdam verlengde zijn gevangenhouding in de Penitentiaire Inrichting in Hoorn op 1 augustus met negentig dagen.
De ernstige verdenkingen en de hechtenis van Visser vormden voor deken Lex Lensink reden om te verzoeken Visser per onmiddellijk en voor onbepaalde tijd te laten schorsen, ‘aangezien het ernstig vermoeden is gerezen dat verweerder zich heeft gedragen op een wijze die een advocaat niet betaamt’. Ook benoemt Lensink dat de advocaat kampt met verslavingsproblemen: mocht hij later dit jaar alsnog op vrije voeten komen, dan acht de deken verweerder gelet op diens verslavingsproblematiek niet in staat zijn praktijk te kunnen uitoefenen.’
De Raad van Discipline willigt het verzoek onder morren in en schorst Visser voor onbepaalde tijd. ‘Naar het oordeel van de raad verhoudt het ernstig vermoeden dat verweerder opnieuw een misdrijf zal begaan waardoor de gezondheid en/of veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht zich niet met datgene wat een behoorlijk advocaat betaamt en dient het primair verzoek van de deken ex artikel 60ab lid 1 Advocatenwet te worden toegewezen.’