Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) is in zijn toezichthoudende rol op het notariaat niet deskundig, niet effectief en bureaucratisch. Dat is de scherpe kritiek die de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) uit in een brief aan het BFT-bestuur van 18 juli, waar het Financieele Dagblad donderdag over bericht.
Daarnaast verwijt de KNB het BFT ‘een eigen norm’ en steeds nieuwe regelgeving zonder wettelijke basis te creëren. Intussen zijn de interne beleidsvoering en kostenbeheersing niet op orde, aldus de KNB, hoofdzakelijk vanwege ICT-problemen. Notariskantoren kampen intussen met onnodig hoge administratieve lasten die onnodig veel tijd en geld kosten. Verder ligt het daadwerkelijke toezicht niet bij het BFT, stelt de KNB, en worden de echte rotte appels in het notariaat de laatste jaren juist door het BFT gemist.
De ‘overduidelijke voorbeelden waarbij het is misgegaan’ bleven buiten beeld bij het BFT, stelt de KNB. Correspondentie en communicatie halen verder de minimale juridische kwaliteitseisen niet, en dat het BFT de afgelopen vier jaar evenveel directeuren heeft versleten, ‘geeft te denken’.
Om het toezicht te verbeteren en de bureaucratie te verminderen, stelt de KNB onder meer voor dat notariskantoren niet meer hun kwartaalcijfers hoeven in te leveren, tenzij een kantoor in financiële moeilijkheden verkeert. Dit was een maatregel die het ministerie van Financiën – waar het BFT onder valt – in 2008 invoerde, maar de KNB betwijfelt openlijk of het BFT wel iets met die gegevensstroom doet. Enkel de jaarrekening uploaden zou voldoende moeten zijn. Verder streeft de KNB naar het opstellen van een gezamenlijk speerpunten- en handhavingsbeleid voor de toekomst, dat laatste ook in overleg met de Kamers voor het Notariaat.
BFT-directeur Marijke Kaptein erkent in het FD dat er ‘wel eens problemen zijn’ met ICT, maar ontkent dat de toezichthouder slecht zicht heeft op probleemgevallen. ‘Kijk naar onze jaarverslagen, dan zie je dat wij slecht presterende kantoren eruit pikken en voor de tuchtrechter brengen. In veel gevallen gaat de tuchtrechter mee in onze redenering.’ Volgens het jaarverslag 2016 trof het BFT vorig jaar 263 handhavingsmaatregelen tegen individuele notarissen, waaronder 205 waarschuwingen en 17 tuchtklachten. Slechts twee keer verklaarde de Kamer voor het Notariaat een tuchtklacht van het BFT ongegrond.
Eind 2014 kreeg het BFT al eens forse kritiek van Frits Kemp, curator in het faillissement van de van fraude vrijgesproken notaris Bernard Blijleven. Ondanks toezicht van het BFT verdween er 1,9 miljoen euro van diens derdengeldenrekening. Die omschreef het BFT destijds als ‘onvoldoende onafhankelijk, transparant, selectief en slagvaardig’. Ook stellen zeventien klanten van het in 2013 gefailleerde notariskantoor LenB Praktijk uit Roosendaal het BFT – en overigens ook de KNB – aansprakelijk wegens het verlies van 1,25 miljoen euro.
Het BFT en de KNB gaan in september verder in gesprek met elkaar naar aanleiding van de brandbrief.