Het staat ineens hoog op de agenda: de ethiek van de advocaat. De VU en de UvA organiseren samen met advocatenkantoor De Brauw in juni een tweedaags congres over Legal ethics and corporate lawyers, vertrekkend hoogleraar Advocatuur Britta Böhler hamerde tijdens haar vertrek op het belang dat advocaten – en rechtenstudenten – oefenen met ethische dilemma’s en komend hoogleraar Diana de Wolff vroeg zich in het Advocatenblad af of het wel maatschappelijk verantwoord is om je als advocaat bezig te houden met het bedenken van belastingconstructies. Waarom is advocatenethiek ineens zo hot?
Door Lucien Wopereis
Volgens de VU, UvA en De Brauw zijn ‘alle corporate schandalen en de Panama Papers’ oorzaak van de aandacht voor het onderwerp. Je zou ook kunnen denken aan het binnenkort verschijnende rapport over de gedragsregels van Jan Loorbach en de zijnen.
Bij bestudering van het programma van het UvA-VU-De Brauw symposium viel mij wel op dat de sprekers over dit belangwekkende thema – daarover geen misverstand – vooral afkomstig zijn uit de wereld van de wetenschap. Er wordt een heel blik professoren opengetrokken, ook vanuit de VS en Engeland. Er zijn wel advocaten en bedrijfsjuristen bij het programma betrokken, maar voornamelijk als referent of moderator. Uitzondering is de sessie over het thema geheimhouding en het verschoningsrecht, waar Rob van der Hoeven van NautaDutilh en David Schreuders van Simmons & Simmons in het panel zitten.
Je kunt je afvragen of dit toeval is. Wordt het belang van een ‘ethisch reveil’ van de advocaat vooral gevoeld en gevoed vanuit wetenschappelijke hoek, en wordt het belang daarvan in de advocatuur zelf als veel minder dwingend ervaren? Of durven advocaten het zelf niet zo goed aan, praten over falende ethiek?
Voor beide theorieën zijn wel aanwijzingen. Advocatie probeerde het onderwerp in 2013 en 2014 op de agenda te krijgen toen we bestuursvoorzitters van grote kantoren in een reeks interviews ondervroegen over de eigen verantwoordelijkheid van advocaten voor het ontstaan van de financiële crisis. De managing partners wilden er best wat over zeggen, en de video’s van Advocatie TV werden over het algemeen ook goed bekeken. Maar daarna bleef het oorverdovend stil, binnen en buiten de advocatuur.
Pas toen voormalig (!) advocaat Jaap Winter in juni 2016 in Mr de draad oppakte en daarbij de hand ook in eigen boezem stak, is het onderwerp weer gaan leven. “Wij juristen bleven in de financiële crisis heel lang buiten schot, maar waar was onze integriteit? Wat hebben wij werkelijk gedaan om de problemen te voorkomen? Te weinig, mezelf inbegrepen,” aldus de hoogleraar ondernemingsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en voorzitter van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit bij die gelegenheid.
Maar ook voor de theorie dat advocaten de discussie over de eigen ethiek maar ongemakkelijk vinden, is wel wat te zeggen. Ik roep nog maar eens in herinnering dat de Orde slechts in besloten kring sprak over de eigen rol van de advocatuur bij het ontstaan van de financiële crisis, en dat er in het openbaar vrijwel nooit iets gezegd is over dat beraad.