Het is matig gesteld met de veranderingsbereidheid van partners bij (middel)grote Amerikaanse advocatenkantoren. Bij 65% van de kantoren stuiten voorstellen tot verandering op verzet in de partnership, aldus bijna 400 bestuursvoorzitters en managing partners in een nieuw onderzoek van consultancykantoor Altman Weil, getiteld ‘Law Firms in Transition’.
Van de 386 managing partners en bestuursvoorzitters die deelnamen aan het onderzoek – allen aan het roer bij kantoren met tenminste vijftig advocaten – stelt 65% dat strategische of organisatorische veranderingen op kantoor op verzet stuiten bij de partners. Deze veranderingsbereidheid is er flink op achteruit gegaan: in 2015 was dit percentage nog 44%.
Toch gelooft 72% van de respondenten dat het tempo waarin zulke veranderingen zullen plaatsvinden alleen maar omhoog zal gaan. ‘De verwachtingen van de law firm leaders over de snelheid van veranderingen enerzijds en de veranderingsbereidheid van hun partners anderzijds staan op zorgwekkende wijze haaks op elkaar,’ aldus het onderzoeksrapport.
De weerstand tegen strategische of organisatorische veranderingen vertaalt zich bijvoorbeeld in de bereidheid om cliënten vaste tarieven, kortingen of andere alternative fee arrangements aan te bieden. Slechts 30% van de kantoren zegt hier inmiddels actief mee te werken. Een zorgwekkende uitkomst, aldus Altman Weil. ‘This is a hugely significant and extremely troubling result that goes to the heart of successful change and illustrates a critical misunderstanding in many firms.’
Werk kwijtgeraakt aan in-house afdelingen
Hoe verhoudt deze ontwikkeling zich tot de huidige juridische markt? Zo’n twee derde van de respondenten noemt een afname (‘erosion’) van de vraag naar juridische diensten als grootste bedreiging voor traditionele advocatenkantoren. Sterker nog: veel kantoren zeggen dat zij de afgelopen jaren al meer werk zijn ‘kwijtgeraakt’ aan de in-house afdelingen bij cliënten, die steeds meer zelf doen. Van de kantoren met meer dan 250 advocaten heeft zelfs ruim 80% hiermee te maken. Mede als gevolg hiervan dreigt een zekere ‘overcapaciteit’ op kantoor qua aantallen advocaten, wat de winstgevendheid in gevaar brengt, zegt 61%.
Dat wil zeggen: van de 400 respondenten stelt ruim de helft dat hun equity partners het momenteel ‘niet druk genoeg hebben’. Zelfs 62% vindt dat de non equity partners niet genoeg werk om handen hebben. De advocaten op associate-niveau hebben meestal werk genoeg: 25% van de managing partners meldt dat deze groep op hun betreffende kantoren niet genoeg te doen hebben.
Elders in het onderzoeksrapport geeft liefst 88% aan dat er ondermaats presterende advocaten bij hun kantoor werken. De meesten (82%) wijten dit aan de advocaten zelf, en dan vooral aan hun zwakke skills op het vlak van business development. Volgens 59% speelt afnemende vraag naar juridische diensten hierin tevens een rol. Salarisverlaging of ontslag zijn hierop misschien passende antwoorden, maar geen echte hulpmiddelen, stellen de onderzoekers. “Een kantoor kan beter met een matig presterende advocaat om tafel gaan en een verbeterplan opstellen, inclusief een heldere timeline.”
De uitkomsten duiden er verder op dat advocaat-partners weliswaar strategisch denken en plannen, maar wel ‘zonder diepgravend begrip van hun eigen werkomgeving en de veranderingen die de juridische dienstverlening momenteel doormaakt. Het beter opleiden van partners over de huidige realiteit van de markt is de eerste stap naar noodzakelijke strategische veranderingen.’
Het volledige onderzoek is hier te downloaden