Deze week was er weer eens een advocaat die excessief had gedeclareerd. Zijn cliënt had een whiplash, en toen mr. X aan de zaak begon, had de verzekeraar van de wederpartij al aansprakelijkheid erkend. Van de ton waar zijn cliënt uiteindelijk recht op had bracht de advocaat al goochelend met uurtarieven en percentages 15.000 euro bij zijn cliënt in rekening, terwijl hij bij diens verzekeraar ook zo’n 20 mille declareerde.
Door Trudeke Sillevis Smitt
Dat laatste wist de cliënt niet, en bleef ook voor deken en tuchtrechter lang verborgen. Een urenverantwoording ontbrak en er werd weer eens zonder toestemming verrekend. De Amsterdamse Raad van Discipline haalde fors uit: een schorsing van een half jaar, waarvan de helft voorwaardelijk. Mr. X kan nog in beroep.
En dan hadden we onlangs al Korvinus, en de advocaat die zó druk was met kosten en uren maken in Thailand dat hij de zes ton erfenis van zijn minderjarige cliënten zo goed als leegtrok.
En deze tuchtzaak uit februari waarin de advocaat op een voorwaardelijke toevoeging procedeerde over een ingewikkelde internationale alimentatiezaak. Het resultaat was een verhoging van de kinderalimentatie en toewijzing van 57.000 euro achterstallige alimentatie. Na aandringen van mr. X werd de toevoeging ingetrokken en bracht mr. X haar cliënte uiteindelijk 42.000 euro in rekening, zo’n driekwart van het geïnde bedrag.
Tweeënveertigduizend euro, voor een particulier die net boven de toevoegingsgrens zit. De cliënte stelde voor zelf voortaan met de deurwaarder te communiceren om verdere kosten te voorkomen. Ze schreef: ‘Ik heb geen overzicht meer van alles en weet niet goed voor welke minuten wel en niet kosten in rekening worden gebracht. Ik krijg hier veel stress van.’
Als de toevoeging in stand was gebleven, had mr. X ongeveer 740 euro plus een kostentoeslag van zo’n 18 euro gekregen. Dat is natuurlijk niets, voor een zaak waar mr. X maar liefst 269 uur aan had besteed. Je hoort alom dat het krijgen van een ‘bewerkelijke zaak’-vergoeding hopeloos moeilijk is, dus zonder af en toe een dik betaalde zaak overleef je het niet. Alleen: hoe overleeft de cliënt zijn advocaat?
De Raad van Discipline gaf mr. X een berisping (waarvan ze nog in beroep kan) omdat ze de cliënte niet had geïnformeerd over het oplopende aantal uren, en omdat ze zonder toestemming had verrekend. Van excessief declareren was volgens de raad geen sprake. Maar wat een armoede om vreugde over een (deels) gewonnen zaak zo in stress, misnoegen en boosheid te zien verdwijnen.
Het is geen vanzelfsprekendheid dat cliënten advocaten hoger waarderen dan rechtsbijstandsverzekeraars, zo bleek onlangs nog eens uit onderzoek van het WODC. En het is voor een cliënt waarschijnlijk ook makkelijker om blij te zijn met rechtshulp die hij toch al betaald heeft in de vorm van premie, dan bij betaling achteraf. Des te meer reden voor duidelijkheid en bescheidenheid. Want wat is er droeviger dan na al die inspanningen je eigen cliënt te zien verworden tot jouw eigen, persoonlijke wederpartij?