Een Amsterdamse advocaat is 26 weken geschorst – waarvan 13 weken voorwaardelijk – voor het overtreden van de regels omtrent het maken van een resultaatgerichte prijsafspraak in een letselschadezaak. Daarbij declareerde hij volgens de Raad van Discipline excessief: via verzekeraar Achmea en zijn cliënt ontving hij in totaal 35.000 euro.
Door Joris Rietbroek
De cliënt in kwestie had een whiplash overgehouden aan een verkeersongeluk in 2010. De aansprakelijkheid van de wederpartij was al erkend toen hij een beroep deed op de betreffende advocaat. Enkel de omvang van de schade moest nog worden bepaald. Eind april 2015 stelde Achmea de schade vast op 100.000 euro, nadat al eerder voorschotten ter waarde van 22.500 euro waren uitbetaald via de advocaat. Die ontving eind mei 2015 dan ook 77.500 euro als slotuitkering voor zijn cliënt.
De cliënt kreeg hierop een declaratie van 15.000 euro inclusief btw, ofwel 15% van een ton. Die beloning was telefonisch met zijn cliënt afgesproken, aldus de advocaat. Sterker nog: aanvankelijk had hij zelfs 25% van het schadebedrag bedongen. Hij verrekende de declaratie tot 12.500 euro met de schadevergoeding en betaalde 65.000 euro door aan zijn cliënt. Aan Achmea had hij eerder al twee declaraties van 7.500 en 12.000 euro gestuurd, die de verzekeraar allebei zonder morren had betaald. De nieuwe raadsman van de cliënt verzocht de advocaat meermaals om de resterende 12.500 euro te betalen en om urenspecificaties te overleggen, maar dit werd geweigerd.
In dit geval is er niet alleen sprake van excessief declareren, oordeelt de Raad van Discipline Amsterdam in een uitspraak van 28 februari, ook heeft de advocaat hiermee diverse gedragsregels aan zijn laars gelapt. Voor zover het advocaten al is toegestaan om een percentage van een schadevergoeding te innen, moet dit wel schriftelijk zijn bevestigd. Ja, in bepaalde gevallen mag een advocaat in letselschadezaken een resultaatgerelateerde beloning afspreken, maar verweerder heeft ‘echter in het geheel niet aannemelijk gemaakt’, dat hij zich aan de regels heeft gehouden of urenspecificaties bijhield.
Dat weerhield hem er niet van om in totaal drie declaraties te sturen – waarvan twee aan Achmea –, zodat verweerder in totaal bijna 35.000 euro aan honorarium en kantoorkosten kon bijschrijven. ‘Nu klager een bedrag aan schadevergoeding heeft ontvangen van € 100.000,-, komt dit neer op bijna 35% van het behaalde resultaat,’ aldus de Raad van Discipline. Aangezien urenstaatjes ontbreken, kan de raad niet anders dan concluderen ‘dat hier sprake is van excessief declareren’.
De advocaat heeft niet integer gehandeld door zijn kwetsbare cliënt ‘onjuist voor te lichten met betrekking tot het door hem in totaal ontvangen honorarium voor de zaak’. Bovendien probeerde de advocaat de excessieve declaraties verborgen te houden voor de deken en de raad: pas een dag voor de zitting gaf hij openheid van zaken. Verder rekent de tuchtrechter het de advocaat zwaar aan ‘dat hij in geen enkel opzicht de regels heeft gerespecteerd die gelden voor het maken van een afspraak omtrent een resultaatgerelateerde beloning en het verrekenen van derdengelden. Verweerder heeft geen enkel benul getoond van de regels die daarvoor gelden’.
De advocaat wordt niet alleen 13 weken onvoorwaardelijk geschorst; hij moet van de raad ook alsnog 12.500 euro betalen aan zijn oud-cliënt.