De Europese tak van het in totaal 2700 advocaten tellende King & Wood Mallesons – 131 partners en 425 advocaten in onder meer Londen, Luxemburg, Brussel, München, Madrid en Parijs – staat op omvallen. Eind december 2016 maakte het oorspronkelijk Australisch-Chinese advocatenkantoor het voornemen bekend boedelbeheerders aan te stellen. Sinds de afwijzing van een financieringsplan in oktober hebben veertig Europese partners het zinkende schip verlaten.
Het is het bekende patroon: een grote firma krijgt door de hevige concurrentie en de moeilijke markt financiële problemen, waarna partners massaal de benen nemen. Daardoor nemen de verdiensten nog verder af, en is een faillissement vrijwel onafwendbaar. Eerdere recente faillissementen van grote advocatenkantoren in het buitenland – Howrey, Dewey & LeBoeuf – lieten hetzelfde beeld zien.
Het huidige King & Wood Mallesons ontstond in 2013 door een fusie tussen het Londense SJ Berwin en het Australisch-Chinese King & Wood Mallesons. Volgens de Financial Times was de fusie vanaf de aanvang problematisch, omdat de verschillende delen er niet slaagden een gezamenlijke focus aan te brengen. Het Londense smaldeel SJ Berwin had het voor de fusie al zeer moeilijk: het advocatenkantoor met vooral klanten in het vastgoed en private equity werd hard getroffen door financiële crisis.
Het in oktober afgewezen financieringsplan voorzag in een poging om de schuldenpositie van 35 miljoen pond bij zakenbank Barclays te verminderen. De Chinese tak van het kantoor zou 10 miljoen pond inbrengen, en de Europese partners gezamenlijk 14 miljoen pond. Slechts 20% van de partners stemden in met het voorstel. Daaropvolgende fusiebesprekingen met onder meer Dentons en DLA Piper mislukten.
In Londen is nu een ‘reddingsactie’ gaande voor de ongeveer zestig advocaatstagiairs die werkzaam zijn bij het kantoor. Linklaters en Allen & Overy hebben inmiddels toegezegd stagiairs over te nemen. De verwachting is dat alle zestig stagiairs elders onderdak zullen vinden.