Sommige advocaten zijn niet alleen meester in de rechten, maar ook meester in de keuken. Deze keer Arjen Paardekooper, oprichter van Blenheim Advocaten in Amsterdam, waar hij een drukke M&A praktijk voert en met zijn team diverse bedrijfsovernames begeleidt, waaronder die van IENS door TripAdvisor. “Sterrenrestaurants… de druk is enorm. Het is nette armoede, een uitputtingsslag.”
Door Juliette Geers
Arjen Paardekooper heeft een groot culinair netwerk dat bestaat uit chefs met Michelinsterren, restauranteigenaars, eetliefhebbers en sommeliers. Zes à zeven keer per week nuttigt hij lunch of diner in een restaurant. Zakelijk bij sterrenrestaurants, maar privé heeft hij een voorkeur voor bistro-achtige gelegenheden. Omdat hij meer afweet van de horeca dan de gemiddelde advocaat, is zijn clientèle vaak horeca-gerelateerd.
Ook reist hij veel. Zijn culinaire ervaringen deelt hij als ‘proever, levensgenieter en recensent’ op zijn blog www.dutchfoodie.nl.
Dankzij zijn chauffeur en secretaresse is het allemaal te combineren. Voor eten, koken en zijn gezin maakt hij bewust tijd in zijn leven: “Rond half acht, acht uur kom ik thuis en een uur later eten we. De kinderen eten meestal wat eerder.” De vaste chauffeur doet overdag de boodschappen. Op de vraag hoe het uittypen van de blogberichten in zijn schema past, bekent hij dat zijn secretaresse het dictaat uitschrijft. Dat was niet altijd een gemakkelijke klus, omdat ze op dieet was: het water stond haar soms in de mond bij het uitschrijven.
De blog is bij voorkeur een geheim voor zijn cliënten. “Ze zouden zomaar denken dat ik niet meer werk! Een klant kwam er ooit achter en zei: ‘Zeg, werk je eigenlijk nog wel?’ Ik ben zes maanden gestopt met bloggen toen ik teveel volgers kreeg. Toen ik 10.000 abonnees bereikte, ben ik gestopt. Het is ook geen commerciële blog, het is niet de bedoeling dat mensen het te serieus nemen.”
“Ik houd niet van negativiteit, zonde van mijn tijd. Als ik het niet lekker vind, dan schrijf ik er niet over, maar dan stuur ik een e-mail aan het restaurant met als onderwerp ‘Feedback is a gift’. Iedereen is tegenwoordig een recensent en zet negatieve feedback op websites. Dat blijft een restaurant in de lengte der dagen achtervolgen. In Nederland wordt directe feedback in een restaurant niet gewaardeerd. De wijn is niet goed, en dan wordt het een discussie aan tafel. In de VS is het meteen ‘Sorry, wat kunnen we doen om het goed te maken?’ Daarom stuur ik een mail, want ik heb geen zin in gedoe aan tafel.”
Wat houdt u tegen om uw droom – een klein eetkamerrestaurant – uit te voeren?
“Het is veel harder werken dan de advocatuur. Altijd aan het werk zijn als anderen lol hebben. Je hebt geen vrijheid meer. Er komen altijd gasten en je moet er zijn. Sterrenrestaurants… de druk is enorm. Het is nette armoede, een uitputtingsslag. Nieuwe recepturen bedenken, zorgen dat je populair blijft. Chefs moeten veel harder werken dan advocaten, tegen een kleiner salaris bovendien. Daar kun je amper van leven. Sterrenchefs plegen niet voor niks relatief vaak zelfmoord. Je gasten wachten elke dag op je. Als advocaat is de enige afspraak die echt niet verzet kan worden een zitting bij de rechtbank.”
Waar bent u culinair gezien nog meer bezig?
“Ik ben momenteel een kookboek aan het schrijven: Meesterlijke gerechten. Dat wil ik graag bereiken. Een andere ambitie blijft ooit dat kleine restaurant beheren. Drie dagen per week open, een huiskamerrestaurant naar een voorbeeld in Berlijn. Maanden van te voren reserveren, gezelschap onbekend aan één tafel. Ik vind het leuk om voor mensen te koken, juist voor onbekenden. Dat vind ik het allerleukste, nieuwe mensen ontmoeten. Het is een sociaal gebeuren. Je eet met elkaar. Ik begrijp mensen niet die alleen of staand even wat eten. Als je mensen aan tafel hebt die je niet kent, leer je nieuwe mensen kennen. Ik heb aan tafel nog nooit een rotgesprek gevoerd.”
Foto: Peter Hilz/Hollandse Hoogte