Er ligt een boeiend dilemma op de loer voor de jonge Amsterdamse advocaat Don Ceder (27). Blijft hij als stagiaire-ondernemer vol gaan voor de verdere ontwikkeling van zijn eigen kantoor? Of moet de advocatuur (deels) wijken voor de landelijke politiek? De ChristenUnie zette Ceder namelijk op een verkiesbare zevende plaats op haar kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017.
Door Joris Rietbroek
Zijn kandidatuur komt ook weer niet helemaal uit de lucht vallen: Ceder is al sinds maart 2015 actief als ChristenUnie-SGP duo-Statenlid in de provincie Noord-Holland. Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam belandde hij net buiten de raad. “Ik kreeg vanuit de partij de vraag of ik me beschikbaar wilde stellen voor de Tweede Kamer,” vertelt hij. “Daar moest ik lang over nadenken, maar ik besloot uiteindelijk ‘ja’ te zeggen om dezelfde reden dat ik advocaat ben geworden. Ik wil voor andere mensen op kunnen komen als dat nodig is, en daarvoor vind ik de politiek eveneens een goed instrument.”
Hij voelt zich vooral aangetrokken tot de ChristenUnie vanwege het mensbeeld van de partij, zegt Ceder. “Partijprogramma’s komen en gaan, maar het is vooral de visie op mens en maatschappij waardoor de ChristenUnie van alle politieke partijen mij het meest aanspreekt.” Mocht hij in de Tweede Kamer belanden, dan hoopt hij zich op sociaal getinte onderwerpen te kunnen storten. “Zoals de rol van de overheid als schuldeiser in de schuldhulpverlening,” geeft hij als voorbeeld. “En natuurlijk de bezuinigingen op de sociale advocatuur en de rechtspraak: toegang tot de rechter wordt voor steeds meer mensen onbetaalbaar.”
Naar eigen zeggen was Ceder positief verrast toen hij als jonge kandidaat op een verkiesbare plaats werd gezet. “Ik zie het als een mooi compliment.” Want met die zevende plaats op de kieslijst maakt Ceder serieus kans om in de Tweede Kamer te belanden: de ChristenUnie staat in de peilingen al een tijdje op zes tot acht zetels. “Inderdaad, en dan kan het ook zomaar eens gebeuren dat de ChristenUnie als kleinere partij een belangrijke rol gaat spelen bij de kabinetsformatie, waardoor kandidaten op de lijst naar boven doorschuiven.”
Een zeker ‘wat-als-scenario’ heeft Ceder daarom al neergelegd bij de Amsterdamse Orde: wat als hij inderdaad in de Tweede Kamer gekozen wordt? Moet hij dan na twee jaar stoppen als advocaat? “Laat ik het een interessant kruispunt noemen. Enerzijds voel ik me in de advocatuur als een vis in het water, maar toch wil ik op beleidsniveau het verschil gaan maken. Ik heb hierover al overlegd met de orde, en de gedachte is dat er in dat geval wel een oplossing voor te vinden moet zijn. Tot aan de verkiezingen moet ik me in ieder geval maar vol op mijn praktijk richten, is het advies.”
Dat doet Ceder dan ook: wegens grote drukte hoopt hij zijn in februari 2015 gestarte kantoor begin 2017 uit te breiden met een juridisch medewerker. “Inmiddels weten redelijk veel mensen het kantoor te vinden, dus ik doe blijkbaar iets goed,” zegt hij lachend. “Maar daardoor begin ik nu wel mijn limiet te bereiken.”