In 2012 op staande voet ontslagen als advocaat-stagiaire, eind 2015 voor een half jaar geschorst vanwege grievende opmerkingen in de civiele ontslagzaak en deze week definitief van het tableau geschrapt. Zie hier het dramatische carrièreverloop van een jonge advocate uit Hoofddorp, over wie het Hof van Discipline maandag oordeelde dat zij wegens gebrek aan respect voor de rechterlijke macht en de deken niet langer een plaats verdient in de balie.
Door Joris Rietbroek
De advocate laat het er niet bij zitten als zij in maart 2012 op staande voet wordt ontslagen door het advocatenkantoor waar zij in juli 2010 was begonnen als stagiaire. Het ontslag volgt na een ‘onwerkbare verhouding’ op kantoor. Ze spant een rechtszaak aan, en met succes: het gerechtshof in Amsterdam veroordeelt het kantoor op 15 december 2015 tot betaling van een schadevergoeding van 160.000 euro wegens ‘kennelijk onredelijk ontslag’. Dit wel met de kanttekening dat de onwerkbare verhouding mede is veroorzaakt door haar ‘starre opstelling’.
Een ruime week eerder, op 7 december 2015, heeft de Amsterdamse Raad van Discipline de jonge advocate een schorsing van een jaar opgelegd (waarvan een half jaar voorwaardelijk), omdat zij zich na een zitting in de ontslagzaak in een brief aan de Procureur-Generaal van de Hoge Raad oneerbiedig en onnodig grievend heeft uitgelaten over raadsheren bij het gerechtshof. Ze repte hierin over ‘rechterlijke terreur’, ‘absurde overwegingen’ en ‘een intimiderende opstelling’, dit alles enkel omdat het gerechtshof Amsterdam het inbrengen van een productie had geweigerd. Voor de advocate is dit reden genoeg om disciplinair ontslag van de zittingscombinatie te eisen.
In zijn correspondentie met de deken schetst de president van het hof het volgende beeld van de advocate: ‘Ik heb dergelijk gedrag nog nooit meegemaakt, en ook mijn collega’s hadden nog nooit een dergelijke ervaring gehad: iemand die ontplofte na een volstrekt zakelijke mededeling (‘de productie wordt geweigerd omdat…’) en op geen enkele wijze in het gareel was te krijgen, laat staan te houden’. In de periode voor haar schorsing wegens de grievende opmerkingen heeft de advocate er al alles aan gedaan om kantoorbezoeken door de Noord-Hollandse deken te voorkomen, tot een brief aan de landelijk deken (tevergeefs) en een gang naar de Raad van State om het kantoorbezoek te laten verbieden (tevergeefs) aan toe.
‘De RvD opereert op kleuterniveau’
De advocate gaat in hoger beroep tegen haar schorsing en dient hiervoor in maart 2016 een appelmemorie van ruim honderd bladzijden in, met liefst vijftig grieven en producties. Kort daarna doet zij een vergeefse poging om de zittingskamer van het Hof van Discipline te wraken. Bij de uiteindelijke inhoudelijke behandeling door het hof, eind augustus, schittert zij echter door afwezigheid. Een opvallende passage uit een van haar grieven over de Raad van Discipline: ‘De leden van de RvD zijn niet eminent genoeg en bezitten onvoldoende juridische scholing en kennis. De leden opereren op kleuterniveau. Zij kunnen niet lezen. Zij kunnen niet schrijven. Goed knippen en plakken lukt ook nog niet’.
Het Hof van Discipline laat in zijn uitgesponnen, harde uitspraak van maandag 17 oktober geen spaander heel van haar vele grieven en bevestigt de eerdere oordelen van de Raad van Discipline Amsterdam. De door de raad oplegde schorsing volstaat echter niet: het hof vindt schrapping van het tableau de enige passende maatregel.
En wel hierom: ‘Zij heeft een grote aantal bestuurs- en civielrechtelijke procedures gevoerd en tal van klachten ingediend tegen de deken(s) en medewerkers van de Orde van Advocaten. (…) Regelmatig is vrijwel steeds zonder grond het wrakingsmiddel ingezet. Deze handelwijze is bijzonder disproportioneel. Het einde aan de gedingen is nog niet in zicht. Verweerster heeft zich daarbij niet ontzien om een ieder die haar mening niet volgt (onnodig) grievend, laatdunkend en respectloos te bejegenen. Zij bedient zich daarbij van een ongebreideld aantal juridische stellingen die zeer zwak, zo niet kansloos zijn,’ aldus het hof.
Niet voor rede vatbaar
Daarbij heeft de advocate meermaals rechters en dekens beschuldigd van onrechtmatig handelen, liegen, machtsmisbruik, misleiding en andere strafbare handelingen. ‘Dusdoende geeft verweerster te kennen geen eerbied te hebben voor de rechterlijke autoriteiten en hun uitspraken. De handelwijze van verweerster ondermijnt bovendien het gezag van de dekens en de rechterlijke autoriteiten, tast de reputatie van individuele raadsheren onnodig aan en belast de rechterlijke instanties nodeloos en op onaanvaardbare wijze. Verweerster heeft in de loop van de tijd niet getoond voor rede vatbaar te zijn’.
In dit opzicht concludeert de hoogste tuchtrechter dat er geen enkel vertrouwen bestaat dat deze advocate zich ooit nog zal gedragen volgens de kernwaarden van de Advocatenwet. ‘Alleen schrapping van het tableau is aangewezen. Voor de advocaat die zich niet wil houden aan het (tuchtrechtelijk) toezicht door de deken, uitgeoefend op gepaste gronden, is geen plaats in de balie’.