Voormalig notaris Johan Bakker van Allen & Overy heeft bij het Gerechtshof Amsterdam met succes om herziening gevraagd van de beslissing van de notariële tuchtkamer van het hof van 12 mei 2015 waarin hij werd ontzet uit het ambt. Het is de zoveelste verwikkeling in de soap met de ruziënde broers Gijs en Jan de Jong uit Bloemdendaal, en de eveneens nauw betrokken kandidaat-notaris Pieternel Kouwenhoven. De zaak wordt nu in hoger beroep heropend.
Door Lucien Wopereis
Gijs en Jan de Jong werden rijk in de Verenigde Staten. Na hun terugkeer naar Nederland kochten zij onder meer gezamenlijk landgoederen in Bloemendaal. In 2007 besluiten zij om de samenwerking te beëindigen. Entree: notaris Johan Bakker van Allen & Overy. Hij krijgt de opdracht om de ontvlechting notarieel vorm te geven.
Dan begint het gelazer. Er volgt een stortvloed aan procedures, want de ene broer verwijt de andere dat hij de boel bij de ontvlechting heeft bedonderd. Ook notaris Johan Bakker raakt betrokken bij de schermutselingen, hetgeen in mei 2015 leidt tot een ontzetting uit het ambt. Volgens het Amsterdamse hof heeft de notaris tal van steken laten vallen, waaronder het wijzigen van akten zonder klager op de hoogte te stellen, het te korte tijdsbestek tussen het toezenden van de concept-akten en het passeren daarvan en het onvoldoende controleren van wijzigingen in akten.
Bakker laat het er niet bij zitten, en vraagt om herziening van de beslissing van de tuchtrechter. Tijdens een latere civiele procedure zijn Bakker namelijk feiten bekend geworden die volgens hem tot een andere beslissing van de tuchtrechter zouden hebben geleid, had de tuchtrechter kennis gehad van die feiten. Het gaat dan over de zogenaamde onwetendheid van de broer die zegt belazerd te zijn.
Entree: kandidaat-notaris Pieternel Kouwenhoven. Zij heeft een relatie met die bewuste broer. Zij verklaart tijdens de civiele procedure dat zij een ‘hardcore’ specialist is in het familierecht en estateplanning, en dat zij deskundig is op het gebied van verdelingen. ‘Het komt het hof onaannemelijk voor dat klaagster (de kandidaat-notaris, L.W.) klager met haar kennis en kunde niet heeft bijgestaan in het proces over de afwikkeling van het gezamenlijk met [X] opgebouwde vermogen,’ schrijft het gerechtshof. En: ‘Uit de verklaring van klaagster van 20 december 2015 leidt het hof af dat klaagster volledig op de hoogte was van de (financiële) ontvlechting van de samenwerking tussen klager en [X] en de notariële vormgeving hiervan door de notaris en dat zij is opgekomen voor de belangen van klager en mogelijk ook voor haar eigen belang.’
Entree: een belastingdeskundige. Die verklaart dat hij ‘de onwetende broer’ als onafhankelijk financieel adviseur met raad en daad heeft bijgestaan vanaf april 2008 tot en meid eind 2009. ‘Klager heeft tijdens de zitting voor het hof op 10 mei 2016 bovendien erkend dat [belastingdeskundige] hem in de avond van 28 december 2009 nog heeft geadviseerd de akten niet op 29 december 2009 bij de notaris te ondertekenen,’ zo staat te lezen in de uitspraak.
Volgens het hof had dit alles tot een andere beslissing kunnen leiden in de tuchtprocedure tegen notaris Bakker. ‘De feiten, die eerst in de civiele procedure naar voren zijn gekomen, hadden daarom in de tuchtprocedure, indien bij het hof bekend, tot een andere beslissing kunnen leiden,’ aldus het hof. De behandeling van het hoger beroep wordt daarom heropend.