Voormalig adviseur J.W. van Zundert van advocatenkantoor KienhuisHoving heeft in een zaak over planschade de schijn van partijdigheid gewekt. Hij adviseerde als lid van de adviescommissie planschade Haaksbergen negatief voor eisers in een zaak over planschade, terwijl hij tot kort daarvoor als adviseur werkzaam was bij KienhuisHoving, een kantoor dat met enige regelmaat werkte voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen. Dat heeft de rechtbank Overijssel op 12 augustus beslist.
Eisers in deze zaak zijn de eigenaar van een vrijstaande woning in de gemeente Haaksbergen. In 2012 wordt het bestemmingsplan gewijzigd, waardoor een weiland naast hun woning bebouwd mag worden. Daarop verzoeken zij het college van burgemeester en wethouders om een tegemoetkoming in de planschade.
Het college van burgemeester en wethouders beslist dat er geen reden is om een vergoeding voor planschade uit te keren. Het college baseert dat primaire besluit mede op een advies van de commissie planschade, met daarin Van Zundert. Van Zundert was eerder hoofddocent bestuursrecht aan de Universiteit Twente, en als adviseur verbonden aan KienhuisHoving. Dat kantoor wordt vaker ingeschakeld door de gemeente Haaksbergen, soms ook als procesvertegenwoordiger. Pas in de bezwaarfase worden de eisers daarop gewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank ‘volgt hieruit dat er grond bestaat om de schijn van partijdigheid van Van Zundert aan te nemen’. Dat het college van burgemeester en wethouders geen exclusieve relatie had met KienhuisHoving doet daar niet aan af, vervolgt de rechtbank. Dat geldt ook voor het feit dat Van Zundert twee jaar eerder afscheid had genomen van KienhuisHoving: ‘Dit tijdsverloop is te kort gelet op de bijzondere rol die advocatenkantoor KienhuisHoving in aan deze zaak aanpalende dossiers heeft gespeeld rond de peildatum.’
Ook het feit dat Van Zundert niet betrokken is geweest bij de totstandkoming van de bestemmingswijziging waarop de aanvraag tot vergoeding van de planschade is gebaseerd, doet hieraan niet af, aldus de rechtbank. Het college van burgemeester en wethouders nu moet een nieuw besluit nemen, en daarvoor advies inwinnen bij onafhankelijk en onpartijdig adviseur.