Na vijftien jaar M&A-advocaat te zijn geweest bij Stibbe, keerde Pauline Bottema-Sanders tweeënhalf jaar geleden terug bij een van haar allereerste werkgevers. Ze werd general counsel bij RAI Amsterdam, toevallig de plek waar ze begin jaren negentig een studentenbaantje had als hostess. “Ik ben echt uit mijn comfort zone getreden.”
Door Joris Rietbroek
De Huishoudbeurs of de Horecava kent natuurlijk iedereen. Toch zijn dit slechts twee voorbeelden van de tientallen beurzen, congressen en andere evenementen die jaarlijks plaatsvinden binnen de muren van RAI Amsterdam. RAI staat nog altijd staat voor de aloude Rijwiel- en Automobiel-Industrie, maar de business is wezenlijk veranderd. Het convention centre aan de Zuidas was in 2015 met 500 events goed voor een omzet van 125 miljoen euro en een kleine twee miljoen bezoekers. Daarbij is 70% van de business van RAI Amsterdam tegenwoordig internationaal georiënteerd.
Bottema-Sanders begon er begin 2014 als general counsel, nadat ze bijna vijftien jaar bij Stibbe had gewerkt aan hoofdzakelijk fusies, overnames en private equity-transacties. “Toen kwam het moment dat ik me afvroeg hoe ik me nog verder kon ontwikkelen,” vertelt ze op de negende etage van het Elicium-gebouw, waar het gigantische RAI-complex geheel te overzien is. “Waar zat de groei nog? Wilde ik partner worden, en waar dan? Of toch het bedrijfsleven in? Juist op dat moment zei iemand tegen me: ‘Als je in je comfort zone zit, dan moet je moven.’ Die opmerking kwam precies op het juiste moment.”
Een half jaar in-house bij Starbucks opende definitief haar ogen. “Het viel me meteen op hoeveel je in die rol op inhoudelijk vlak kunt bijdragen aan de business. Dat beviel me bijzonder goed.” Vervolgens stuitte ze op de vacature bij RAI Amsterdam. “Ik wilde graag general counsel zijn, zodat je het hele bedrijf kunt overzien in plaats van enkel een hoekje.”
Wat is het belangrijkste verschil tussen je huidige baan en de advocatuur?
“Als advocaat ging mijn uitdacht meestal uit naar één grote M&A-deal tegelijk, terwijl hier de hele dag door diverse verschillende dingen gebeuren. Dat kan variëren van een bezoeker die is gestruikeld over een kabel en een been heeft gebroken tot gesprekken met een Amerikaanse advocaat voor een joint-venture met een beurs in de VS. Het gaat alle kanten op; als advocaat ben je specialist, hier ben je absoluut generalist. Ik krijg ook geregeld vragen die uiteindelijk helemaal niet juridisch blijken te zijn. Dat is een van de grootste uitdagingen: uitzoeken wat nu echt het probleem is. Stellen collega’s wel de juiste vragen? Door het combineren van zoveel onderwerpen ben ik nu echt buiten mijn comfort zone.”
En zit je nu dus opeens aan de ‘klantkant’ van de advocatuur.
“Ja, met als groot voordeel dat ik dankzij mijn achtergrond precies weet hoe ik vragen aan externe advocaten moet formuleren om het juiste antwoord te krijgen. In die zin zeg ik wel eens gekscherend dat iedereen die wel eens een advocaat moet inschakelen eerst zelf advocaat moet zijn geweest. Wat me wel opvalt: een advocaat zal altijd netjes antwoord geven, maar denkt niet altijd even verder na over de gevolgen voor de business. ‘Goed, dit is het antwoord, maar wat doen we er vervolgens mee?’ Als dat voorkomt, geef ik ook mee aan advocaten dat zij nog beter kunnen bijdragen aan daadwerkelijke oplossingen.”
Waar bestaat het leeuwendeel van je werkzaamheden als general counsel uit?
“Om dat uit te kunnen leggen is het goed om te weten hoe RAI Amsterdam in elkaar steekt. Eigenlijk bestaat de vennootschap als het ware uit twee bedrijven. Eén bedrijf is eigenaar van het gebouw en verhuurt ruimtes verhuurt aan organisatoren, waarvoor ik de huurcontracten opstel en check. Meestal nemen zij extra diensten van ons af, zoals catering en standbouw, dus zijn er algemene voorwaarden voor iedere dienst. De door derden georganiseerde beurzen vormen voor mij als jurist relatief weinig werk: voor al die aanvullende diensten gaan de organisatoren als het ware langs een loket waar modelcontracten klaar liggen.
Dan is er het onderdeel dat onze eigen beurzen organiseert, zoals de Huishoudbeurs en de Horecava. In dat geval zijn we onze eigen huurder, maar verhuren we ook vierkante meters aan (buitenlandse) standhouders. Daarnaast organiseren we veel business to business events, waaronder Intertraffic en Aquatech. Een tiental beurzen organiseren we ook in het buitenland, in samenwerking met plaatselijke partners: in China is de Aquatech bijvoorbeeld gigantisch. Zoiets maakt dit werk zo leuk voor mij, ik overzie alles en houd vinger aan de pols.”
Hoe ga je om met de gemeente Amsterdam, naast RAI zelf voor 25% aandeelhouder?
“Onderhandelen en gesprekken voeren met de gemeente is mijn nieuwe hobby geworden. Ik ben daarin echt iemand van de dialoog: een jurist die vooraf adviseert en de telefoon pakt om eventuele problemen uit de weg te ruimen. Amsterdam Dance Event huurt hier bijvoorbeeld in oktober een hal, maar daar is dan wel een ontheffing voor nodig omdat zo’n feest natuurlijk ‘s nachts plaatsvindt. Dat maakt het weer wat complexer. Het helpt enorm als je de mogelijkheden vooraf bespreekt in plaats van zonder toelichting een vergunning aan te vragen. De samenwerking verloopt zeer goed. De RAI is dan ook belangrijk voor de stad, niet alleen als trekker van buitenlandse bezoekers – iedere in de RAI gespendeerde euro levert de stad Amsterdam 7 euro op –, maar ook als werkgever. Het bedrijf telt 400 FTE en heeft een schil van 3.000 flexwerkers.”
Hoe gaat je huidige baan samen met Hello Zuidas, waar je lid bent van de Raad van Toezicht?
“Dat gaat heel goed, al is het maar omdat de belangen van de RAI en Hello Zuidas parallel lopen. De RAI is niet voor niets een van de oprichters geweest. Hello Zuidas is de stichting die bemiddelt tussen de gemeente en al haar leden, voornamelijk bedrijven met kantoren op de Zuidas en die in de gaten houdt dat de Zuidas levendig en goed bereikbaar blijft. Zo kijken we mee bij de ontwikkeling van het Zuidasdok, inclusief de verbreding van de A10 Zuid, en is er veel overleg geweest over verdere uitbreiding van de Zuidas. Allemaal zaken die ook voor de RAI van belang zijn.”
Intussen heb je je ook nog eens verbonden aan het Mentor Traject van Legal Women.
“Klopt, dat leek me leuk om te doen, juist omdat ik zelf drie jaar geleden voor mijn overstap voor allerlei vragen stond. Ik werk in de praktijk nu nagenoeg hetzelfde aantal uren – denk dus vooral niet dat het bedrijfsleven minder druk is dan de advocatuur –, maar als advocaat dacht ik al veel na over mijn work-life balance en hoe ik drie kinderen kon combineren met mijn transactiewerk. Paste het allemaal wel? Haalde ik er wel genoeg voldoening uit? Als mentor voor enkele jonge vrouwelijke juristen kan ik werken in zowel de advocatuur als het bedrijfsleven goed belichten. Kort gezegd: de advocatuur biedt meer diepgang, het bedrijfsleven meer verbreding. Het is maar net waar je naar op zoek bent. Ik kan zelf niet kiezen wat het leukst is, maar kan door mijn ervaring wel een spiegel voorhouden.”
Zie je jezelf nog eens terugkeren in de advocatuur?
“Ik zeg geen nee, want ik houd ook wel erg van de diepgang die de advocatuur te bieden heeft. Maar de RAI is een mooi bedrijf waar ik op een andere manier veel uitdaging en plezier vind. En daar gaat het tenslotte om.”