De deken van de Orde van Advocaten is bevoegd om disciplinair onderzoek in te stellen naar onbehoorlijke uitlatingen van een advocaat. Een namens advocaat Meindert Stelling ingediend cassatieberoep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter met deze strekking, is door de Hoge Raad op 3 juni jongstleden zonder nadere motivering verworpen.
Stelling en de Haagse deken voeren een langdurige strijd over de reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting van de advocaat, en de bevoegdheid van de deken om op dat punt in te grijpen. Stelling had in een brief aan de president van de rechtbank Oost-Brabant onder meer geschreven dat rechters in de uitoefening van hun functie ´willens en wetens hebben gekozen voor bedrog´ en hebben ingestemd met het ´barbaars immorele en juridisch misdadige Kernwapen-arrest’ van de Hoge Raad. ‘Die instemming is een keuze die uitsluitend door totaal verdorven lieden kan worden gemaakt; daarmee is de wrakingsbeschikking een uiting van volslagen morele, juridische en intellectuele corruptie,’ aldus Stelling blijkens de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter. Ook noemde hij rechters schaamteloze lieden en onpeilbaar leugenachtig.
De Haagse deken greep in, en voerde diverse tuchtprocedures tegen Stelling. Volgens de deken ging Stelling veel te ver in zijn uitlatingen aan het adres van de rechters.
Stelling is op zijn beurt van oordeel dat zijn meningsvrijheid ten onrechte wordt beperkt door de deken. De Hoge Raad is blijkens het arrest van 3 juni echter van oordeel dat de grieven niet besproken hoeven te worden nu die niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Klik hier voor het arrest van de Hoge Raad