Overheidsinstanties hoeven bij openbaar maken van advocatendeclaraties na een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur alleen de in de declaraties vermelde eindbedragen te verstrekken. Dat heeft de rechtbank Noord-Holland overeenkomstig eerdere jurisprudentie beslist in de zogenaamde klokkenluidersaffaire op Terschelling. De eveneens opgevraagde opdrachtbevestiging hoeft de gemeente niet te verstrekken, simpelweg omdat de opdracht aan Stibbe niet in een document is neergelegd.
De klokkenluidersaffaire op Terschelling begint in 2013, en gaat over het vermoeden dat het gemeentebestuur buiten het zicht van de raad om schoof met budgetten binnen de begroting. Een financieel ambtenaar die daarover de klok luidde, zou met een afkoopsom van 155.000 euro aan de kant zijn gezet.
Het gemeentebestuur huurt in het kader van de affaire advocatenkantoor Stibbe in. Plaatselijk Belang Terschelling dient daarop in 2015 een Wob-verzoek in: de partij wil weten welke opdracht Stibbe precies heeft gekregen. Ook wil de partij alle declaraties zien die het kantoor heeft ingediend. De gemeente verstrekt vervolgens de declaraties, maar volstaat met de in die declaraties vermelde eindbedragen. De opdrachtbevestiging komt niet boven tafel, simpelweg omdat die er volgens de gemeente niet is: de opdracht zou via de telefoon zijn verstrekt.
Volgens de rechtbank kan en mag het allemaal. ‘Met de enkele, niet met verifieerbare gegevens onderbouwde stelling dat het amateuristisch en ongeloofwaardig zou zijn dat verweerder de opdracht telefonisch aan advocatenkantoor Stibbe heeft gegeven, heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat het document waar om verzocht is wel zou bestaan. Deze grond van eiseres slaagt niet,’ aldus de rechtbank.
Ook mag de gemeente volstaan met het geven van de eindbedragen in de declaraties, en is een zaaknummer terecht weggelakt, stelt de rechtbank. ‘Overeenkomstig vaste jurisprudentie van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (…) is hierbij volstaan met de in de declaraties vermelde eindbedragen.’