De Amsterdamse advocaat Daan de Jong (1942 – 2014) kampte zijn hele leven met de gevolgen van de vluchtelingenpolitiek in het onbezette deel van Europa van 1943. Net als wij nu, vond Zwitserland toen dat het aantal vluchtelingen niet uit de hand moest lopen. Vluchtelingen moesten maar thuisblijven.
Door Trudeke Sillevis Smitt
Daan de Jong werd in 1942 geboren als zoon van Sally en Liesje de Jong. Daans oom was Lou de Jong, de latere beroemde geschiedschrijver, die aan het begin van de oorlog naar Engeland wist te vluchten. Daans ouders hadden minder geluk.
In 1943 brachten ze Daan en zijn broer naar onderduikadressen, en vluchtten daarna met een bevriend echtpaar naar Zwitserland. In Frankrijk liet de mensensmokkelaar hen in de steek, er volgde een barre en gevaarlijke tocht door de bergen.
De opluchting die ze moeten hebben gevoeld toen ze de Zwitserse grens hadden gehaald – het afgrijzen toen de Zwitsers hen terugstuurden, het bezette Frankrijk in! De mannen pleitten voor menselijkheid, de vrouwen toonden de douaniers foto’s van hun kleintjes. Het mocht niet baten. Daans ouders belandden in Duitse kampen, en overleefden die niet.
Lou de Jong, die van de kroniek van WO II zijn levenswerk maakte, wilde zijn neefjes Abel en Daan maar weinig vertellen over hun ouders. Het schuldgevoel van de overlevende? De jaloezie op zijn ‘betere’ tweelingbroer, die hem naar eigen zeggen altijd was blijven achtervolgen?
Daan bleef zijn hele leven hunkeren naar informatie over zijn oorsprong, over de ouders die hij nooit bewust gekend had. Dat weten we dankzij een documentaire uit 2011 van Simonka de Jong, het achternichtje van Daan. In Het zwijgen van Lou de Jong volgt zij de zoektocht van de dan 69-jarige Daan.
De zoektocht brengt Daan in Amerika, bij de vriend van zijn ouders die als enige van het viertal de kampen overleefde. Voor Daan doet hij nog een keer zijn best die afgrijselijke werkelijkheid van toen onder ogen te zien. Hij zou het verleden het liefst begraven, maar, zegt hij: ‘Het is niet over, het is nooit over. Het kan niet over zijn omdat je de mensen mist. En dus een zekere eenzaamheid die ook niet over gaat.’
Daan de Jong leed aan het verleden, maar was overigens geen treurige figuur, zo vertellen mensen die hem gekend hebben. Hij was populair, had een aanstekelijke lach en had, samen met onafscheidelijk kantoorgenoot Guido Enkelaar, een originele kijk op het verdienmodel voor advocaten: als een cliënt hen te duur vond, bracht een potje flipperen uitkomst. Won de cliënt, dan kreeg hij korting.
Daan liet zijn geschiedenis aan ons na in de documentaire van Simonka de Jong. En in het mooie boekje Een verlate reis brengt zijn petekind Daan Heerma van Voss hem tot leven. Hoe zou Daan de Jong, als hij nog had geleefd, aankijken tegen de Nederlandse gastvrijheid anno 2016?
Bovenstaande geschiedenis stond ook centraal in het redactioneel van Asiel&Migrantenrecht 2014, nr. 3