Als advocaat moet je regelmatig in het harnas. En zo’n zwaar onhandig geval trek je niet één-twee-drie aan en uit. Met als gevolg dat advocaten nog wel eens onnodig hard, aanvallend, onaangenaam kunnen zijn.*
Door Trudeke Sillevis Smitt
Als je na een knetterend kort geding ‘s avonds lekker met je gezin uit eten gaat, moet de serveerster wel de bestelling goed opnemen. Is zij daarin tekort geschoten, dan maak je haar graag op hoge toon duidelijk hoe dit gebrek aan professionaliteit moet worden recht gezet, bij gebreke waarvan, et cetera.
Je partner kijkt gegêneerd de andere kant op, de kinderen willen naar huis en de serveerster loopt de rest van de avond met een rood hoofd. Maar de avond verloopt verder vlekkeloos, dat wel.
In zaken is het al helemaal lastig om de assertiviteitsknop weer uit te zetten. En als ik oudere advocaten moet geloven is het volume de laatste jaren nog wat naar boven bijgesteld. Duh, de tijdgeest.
Het valt te begrijpen, maar het is wel zonde. In onderhandelingen heb je welwillendheid nodig – de gunfactor. Maar ook in een procedure kun je de degens maar beter alleen kruisen op inhoud. Er zullen weinig advocaten zijn die zich door een intimiderende houding van de wederpartij zullen laten afschrikken. Je kunt eerder verwachten dat je van gene zijde ook het nodige venijn over je heen gekieperd krijgt.
Welwillendheid, het klinkt misschien een beetje klef. Nou én? Weinig lost zoveel culinaire problemen op als een flinke lik mayo.
De huidige gedragsregels stammen nog uit de tijd dat ik advocaat was en dat is behoorlijk lang geleden. Erg goed dat ze eens gaan kijken of die niet eens moeten worden aangepast. Maar de nieuwe regels moeten natuurlijk niet de tijdgeest op alle fronten volgen. Je moet de tijdgeest af en toe ook een zetje de goeie kant op geven. Dus laten we Regel 17 nog wat directer formuleren. En vet zetten. Zoiets:
Advocaten moeten elkaar kunnen vertrouwen. Ze moeten elkaar welwillend behandelen, omdat dat beter is voor de cliënt, de bloeddruk en de sfeer tijdens het eten na een kort geding.
* Trouwens ook aardig, geestig, interessant – maar dat weten ze zelf wel.