Een kandidaat-notaris heeft van de Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden een berisping en een boete van 10.000 euro gekregen wegens misleidende offertes. Ook begin 2013 was de notaris hier al eens voor op de vingers getikt door het Gerechtshof in Amsterdam. Hij offreerde lage basistarieven, maar dankzij onredelijke voorwaarden en hoge meerkosten liepen de prijzen voor zijn cliënten alsnog flink op.
De betreffende kandidaat-notaris is sinds 2011 waarnemer van een protocol. Een andere notaris diende begin dit jaar een klacht tegen hem in. Dat had deze notaris in september 2011 ook al gedaan, wat begin 2013 leidde tot een beslissing van het Gerechtshof Amsterdam. Hierin werd gesteld dat er ‘altijd duidelijkheid moet bestaan omtrent de in rekening te brengen kosten. Er moet een reële mogelijkheid bestaan dat uiteindelijk inderdaad slechts dat basistarief in rekening wordt gebracht.’
Sinds vorig jaar vroeg de klagende notaris op verschillende momenten drie offertes aan bij de kandidaat-notaris, om er al snel achter te komen dat de daadwerkelijke tarieven veel hoger uitvielen dan geoffreerd. De basistarieven zijn volgens hem te laag, terwijl de extra kosten volgens klager in het basistarief behoren te zitten.
Zo rekent de kandidaat-notaris voor een hypotheekakte 73% tot 85% extra als er sprake is van meer dan één verkoper – wat vaak het geval is – en rekent hij extra kosten als een akte uit het kadaster moet worden opgevraagd, wat eveneens veel voorkomt. Als het om een appartement gaat, komt er 53% bovenop, en nog eens 69% voor een extra kadastraal nummer. Verder worden er voor het overboeken van taxatiekosten en nota’s van tussenpersonen extra kosten in rekening gebracht.
De kandidaat-notaris mag dan onder meer stellen dat een groot deel van zijn cliënten ‘starters’ of ‘scheiders’ zijn, zodat er geregeld sprake is van slechts een koper of verkoper, de Kamer voor het Notariaat gaat hier niet in mee in haar deze week gepubliceerde beslissing van eind oktober. ‘In het merendeel (85%) van de gevallen niet zal gaan om één koper en één verkoper’, dus zulke meerkosten horen in de basisprijs te zitten. Ook zoiets als het overboeken van taxatiekosten of spoedovermakingen behoren inbegrepen te zijn bij het basistarief, vindt de kamer, die het de kandidaat-notaris eveneens aanrekent dat hij extra kosten vraagt bij een verhoogde hypothecaire inschrijving bij Aegon hypotheken. Het aanbieden van een eenvoudig testament voor 210 euro met maximaal zes clausules vindt de kamer dan weer niet klachtwaardig, ook al is de prijs laag. Wel zouden ook deze offertes duidelijker kunnen.
De kamer constateert al met al dat de kandidaat-notaris nog steeds tarieven voor meerwerk hanteert die ‘hoog zijn in vergelijking met het geoffreerde basistarief, en daarmee onevenredig’. In die zin zijn de geoffreerde basistarieven misleidend. ‘Dat is een wijze van werken die een kandidaat-notaris niet past. Hij zoekt naar een wijze van offreren waarmee zijn kantoor op het internet op voordelige wijze naar voren komt. […] Het gaat veelal om particuliere cliënten die niet overzien wat als basis voldoende is en die pas na inzage in de algemene voorwaarden enig inzicht krijgen in het werkelijke kostenplaatje.’
Daarnaast wordt de kandidaat-notaris ernstig verweten dat hij na een beslissing van het gerechtshof is doorgegaan met een onjuiste manier van offreren, zodat volgens de kamer een berisping en een boete van 10.000 euro op hun plaats zijn.