Een advocaat die een getuige en diens dochter even voor de foto laat poseren in zijn toga, gaat tuchtrechtelijk niet over de schreef. Dat heeft de raad van discipline Oost-Brabant begin november beslist. Dat de foto’s op Facebook zijn beland – waar de advocaat geen aandeel in had – maakt dat niet anders.
De klager in deze zaak was onaangenaam verrast door de foto’s op Facebook. Op de ene foto stond de ex-echtgenote van de klager in de toga, een andere getuige en de advocaat. Op de andere foto staat de dochter van het voormalige stel, eveneens in de toga. De foto’s zijn op Facebook geplaatst door de ex-echtgenote. Volgens de klager is de advocaat voorbij gegaan aan ‘de tragiek van de verstoorde gezinsverbanden, door bewust en moedwillig mee te werken aan het bespotten daarvan’.
De advocaat is zich van geen kwaad bewust. Hij had de vrouw en haar dochter slechts toegestaan om de toga even te dragen, en zijn handelen ‘was op geen enkele manier tot klager gericht’. Klager was op het moment van het nemen van de foto’s niet aanwezig, en de advocaat was zich er ook niet van bewust dat hij zelf op één van de foto’s stond, noch dat die foto’s op Facebook terecht zouden komen.
De raad van discipline volgt de klager niet in zijn stelling dat de advocaat enkel door het uitlenen van zijn toga tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. ‘Het handelen van verweerder is beperkt gebleven tot het uitlenen van zijn toga voor het maken van een foto, waartegen zich geen wettelijke bepaling verzet. Klager heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat het handelen van verweerder er (doelbewust) op was gericht om klager te grieven, dan wel om de gezinsverhoudingen te verstoren. Evenmin is gebleken dat verweerder zich respectloos of onfatsoenlijk heeft gedragen.’