Ondertekening van een volmacht voor het instellen van hoger beroep door iemand die niet de hoedanigheid van advocaat heeft – in casu een juridisch medewerker van een advocatenkantoor – levert geen rechtsgeldige volmacht op. De verdachte in deze zaak wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dat heeft het gerechtshof Den Haag eind september beslist.
Dat de verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij ‘inderdaad het rechtsmiddel van hoger beroep tegen voormeld vonnis heeft willen aanwenden’, maakt dit niet anders. ‘Dit laatste aan de onderhavige volmacht klevend gebrek acht het hof dermate fundamenteel van aard dat het naar zijn oordeel níet voor gedekt kan worden gehouden door de verklaring van de verdachte,’ aldus het hof.
Wil er sprake zijn van een rechtsgeldige schriftelijke bijzondere volmacht in de zin van het Wetboek van Strafvordering, dan dient deze volmacht te zijn ondertekend ofwel door de advocaat zelf die door de verdachte bepaaldelijk is gevolmachtigd om hoger beroep in te stellen, ofwel namens hem door een andere advocaat, bij wege van confraternele hulp. ‘Ondertekening door iemand die niet de hoedanigheid van advocaat heeft – zoals in casu een juridisch medewerker – levert naar het oordeel van het hof geen rechtsgeldige volmacht in de zin van voormelde wetsbepalingen op.’