Ben Ides Peeters, kantonrechter bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, diende een verschoningsverzoek in omdat zijn dochter aan de slag ging bij een advocatenkantoor dat een partij bijstaat in een hem voorliggend geschil. De verschoningskamer van de rechtbank heeft het verzoek eind september gehonoreerd.
Ides Peters verzocht zich aan de zaak te mogen onttrekken, vanwege ‘een te vermijden schijn van partijdigheid’. Zijn dochter Anne Marie Ides Peeters is in september 2015 als advocaat stagiair in dienst getreden bij Asselbergs & Klinkhamer. Bij dat kantoor werkt ook advocaat Hjalmar Memelink, een advocaat die een partij bijstaat in een geschil over een advocatendeclaratie waarover Ben Ides Peters moet beslissen.
De verschoningskamer is het eens met het verzoek van Ides Peters. ‘Uit het verzoek van mr. Ides Peeters blijkt dat er sprake is van zodanige (indirecte) bestrokkenheid met de advocaat van gedaagde partij, dat hij zich daardoor niet meer voldoende vrij voelt om in onderhavige zaak te beslissen. De verschoningskamer ziet hierin een genoegzame grond voor verschoning.’