Ondanks goede studieresultaten en werkervaring bij de rechtbank, viel het voor Samantha Ebecilio niet mee om een baan vinden als advocaat-stagiaire. Dus besloot zij haar eigen kantoor op te richten: Ebecilio Advocatuur. De Rotterdamse met Surinaamse roots liet zich begin deze maand beëdigen in Afrikaans getinte, ‘afrolicious’ toga en met haar eigen afrokapsel. Een signature look inderdaad, maar uiteindelijk wil de stagiaire-onderneemster vooral bekend komen te staan als een goed advocaat.
Door Joris Rietbroek
De komende tijd combineert Ebecilio de opstartfase van haar kantoor met het volgen van de beroepsopleiding, terwijl acquisitie en promotie ook door zullen moeten gaan. “Het wordt druk,” zegt de geboren en getogen Rotterdamse nuchter in haar kantoorruimte aan de Westblaak in de havenstad. Of er in Rotterdam nog ruimte genoeg is voor nieuwe advocatenkantoren? Ebecilio is behalve nuchter ook nog eens optimistisch: “Er is genoeg cake voor iedereen.”
Ebecilio werd 27 jaar geleden geboren uit Surinaamse ouders die op jonge leeftijd naar Nederland waren gekomen. Op haar zeventiende begon ze aan haar rechtenstudie aan de Universiteit Utrecht, nadat ze eerder een klas had overgeslagen. Ze deed vijf jaar over de studie, inclusief stages bij de rechtbank, een advocatenkantoor en Bureau Jeugdzorg, plus een semester aan de University of Florida. “En ik deed vrijwilligerswerk bij de Kinder- en Jongerenrechtswinkel, dus dat kon ik niet allemaal in vier jaar proppen,” blikt ze terug.
Na haar stage bij de Rechtbank Rotterdam kon ze er blijven werken als buitengriffier. “Ik wilde na mijn studie graag rechter worden, maar ik was toen pas 22,” vertelt Ebecilio. “Ik besloot eerst meer levenservaring in mijn rugzak te stoppen en wilde naast de rechtspraak ook de andere kant zien. Niet voor niets zijn veel rechters in het verleden advocaat geweest. Toen begon de zoektocht.”
Vijf afwijzingen per dag
Die zoektocht naar een plek als advocaat-stagiaire bleek echter bijzonder moeilijk, zeker binnen het personen- en familierecht. “Ik dacht dat het wel goed zou komen met mijn ervaring, maar rond die tijd, eind 2010, was de juridische markt aan het wankelen, met kantoren die failliet gingen. Intussen stegen de kosten voor de advocatenopleiding. De meeste vacatures betroffen bovendien het ondernemingsrecht; op die paar vacatures in mijn specialisme reageerden ontzettend veel mensen.”
Ebecilio solliciteerde zich kortom een slag in de rondte, maar zonder resultaat. “Ik kreeg soms wel vijf afwijzingen per dag,” vertelt ze. “Daar word je niet vrolijk van. Je vraagt je af waar het aan kan liggen: Is mijn cv niet goed genoeg? Mankeert er iets aan mijn brieven? Ben ik te jong? Is het omdat ik vrouw ben? En zwart?”
Divers kun je de Nederlandse Balie nog altijd niet noemen, zo wees een Advocatenblad-artikel deze maand nog uit. Maar of de afkomst van Ebecilio een rol heeft gespeeld in de stroom aan afwijzingen? “Je weet het simpelweg niet,” zegt ze. “Ik heb een goed cv, ik heb connecties, maar of het is omdat ik een zwarte vrouw ben en een afrokapsel draag? Of omdat ergens alleen mannen werken? Dat kan allemaal meespelen. Als ik zie dat andere witte Nederlanders die langer over hun studie hebben gedaan makkelijker aan een baan komen, daar kun je je vraagtekens bij zetten. Je weet het nooit zeker, maar ik weiger om in een slachtofferrol te kruipen.”
Dat blijkt. Via een juridische functie bij een incassobureau en een tijdelijke baan als paralegal bij een advocatenkantoor in Almelo, hakte ze de knoop door om haar eigen kantoor te starten. In haar tijd bij de rechtbank had ze die mogelijkheid al overwogen, maar rechters met wie ze sprak raadden haar aan vooral ergens in loondienst te gaan, om het vak echt te kunnen leren zonder last te hebben van het ondernemen en de bijbehorende risico’s.
Strenge regels
Toch waagde ze de sprong: begin deze maand werd ze beëdigd en sinds 7 september is Ebecilio Advocatuur een feit. Sindsdien mag ze zich stagiaire-ondernemer noemen, wat een vrij uitzonderlijke positie is. De eisen van de Orde zijn streng. Alleen al voor de voorbereiding was een half jaar nodig, om alle benodigde stukken tijdig in te dienen bij de Orde, krediet bij de bank en verzekeringen te regelen en meerdere gesprekken met de deken en waarnemend deken te voeren.
Het lastigste was nog om een patroon te vinden, zegt de kersverse advocate. “Ga maar na: wat heeft een advocaat nu eigenlijk aan mij? Ze verdienen niets aan me en ik word eigenlijk een concullega. Ze hoeven weliswaar niet mee te betalen aan mijn beroepsopleiding, maar dan nog: het was heel moeilijk om iemand te vinden.”
Ze kwam uiteindelijk bij het Rotterdamse Bannenberg & Van Breukelen terecht. Formeel is Joost van Breukelen haar buitenpatroon, maar in de praktijk begeleidt ook Marc Bannenberg haar. “Ik werk nu natuurlijk voor eigen rekening en risico, maar ik zit wel bij mijn buitenpatroon op de kamer. The best of both worlds dus,” lacht Ebecilio. “Ik voer een algemene praktijk met accenten op personen- en familierecht, jeugd- en jeugdstrafrecht en een beetje ondernemingsrecht, voor advies aan startups bijvoorbeeld.”
Beëdiging
Tijdens haar beëdiging begin september viel ze op in de rechtbank, met haar Afrikaanse jurk en afrokapsel. Dat zit zo: “Ik ben verbonden aan de Stichting Natural Hair Club, een online forum voor zwarte Nederlandse mannen en vrouwen met kroeshaar. Je hoort bijvoorbeeld nog vaak dat je niet moet solliciteren met kroeshaar, want dat is niet netjes. Maar we zijn ermee geboren, waarom zou het ongepast zijn? Ik draag zelf graag een afrokapsel; dat is mijn signature look, dus zo wilde ik ook worden beëdigd. Daarbij droeg ik een jurk met een blauwwitte Afrikaanse print – ook de kleuren van mijn logo –, waarin ik twee stroken van die stof in het binnenwerk van mijn toga liet verwerken. Zo heb ik altijd iets van mijn roots bij me.” Haar uiterlijk moet echter geen gimmick of karikatuur worden, vindt ze. “Het is nu goed voor mijn herkenbaarheid, maar ik wil toch vooral bekend komen te staan als die goede familierechtadvocaat. Niet ‘die ene advocaat met dat haar’.
Inmiddels dienen de eerste cliënten zich aan. Met acquisitie was ze al begonnen voor haar beëdiging, al zei ze er bij kennismakingsgesprekken keurig bij dat ze nog beëdigd moest worden. “Die aanpak en een zekere gunfactor vertalen zich nu in de eerste zaken die binnendruppelen,” zegt Ebecilio. “Ik heb geen specifieke doelgroep voor ogen, maar allicht kan ik mensen van Surinaamse afkomst makkelijker helpen vanwege mijn achtergrond. Ik ken en begrijp de cultuur immers, dat werkt misschien drempelverlagend voor hen. Ik merk dat mensen in Rotterdam-Zuid de weg naar de rechterlijke macht moeilijk weten te vinden. Als ik op een verjaardag kom en vertel wat ik doe, krijg ik meteen allerlei vragen.” Een van haar plannen is dan ook om spreekuren in Rotterdamse buurthuizen te gaan houden.
Verder zijn er ambities en dromen genoeg. Hoewel, eerst de beroepsopleiding en de specialisatiecursus personen- en familierecht maar eens afronden en het eigen kantoor verder opbouwen. “Ik hoop dat ik in de toekomst MBO-stagiaires de kans kan geven om ervaring op te doen binnen mijn kantoor. Op de langere termijn lijkt een kantoor openen in Suriname me prachtig. Of uiteindelijk toch rechter worden, dat blijft toch ook lonken.”