Een advocaat staat een verdachte van een gewelddadige roofoverval bij, en komt er vervolgens achter dat hij eerder in heel andere zaken de advocaat van het slachtoffer was. In plaats van de verdediging meteen te staken, blijft hij de verdachte nog een dag bijstaan. Verkeerd, stelde de Raad van Discipline, en nu ook het Hof. Hij had de zaak, nu hij een vertrouwensrelatie had met de cliënt, direct moeten overdragen. De advocaat krijgt een enkele waarschuwing.
De roofoverval vond plaats op 19 november 2013 in Vinkeveen. De vrouw des huizes werd hierbij mishandeld, vastgebonden en met de dood bedreigd door meerdere mannen, die er vandoor gingen met de inhoud van de kluis. Een van de verdachten werd op 13 december aangehouden, waarop diens vader de advocaat verzocht om zijn zoon bij te staan.
De advocaat ontdekte op zondag 15 december wie de slachtoffers van de overval waren: twee van zijn vaste cliënten bij wie hij zelfs wel eens over de vloer was geweest. Toch stond hij een dag later de verdachte nog bij in diens voorgeleiding bij de rechter-commissaris. Daarna draagt hij de zaak over aan een andere advocaat. De verdachte is inmiddels in eerste aanleg veroordeeld voor de roofoverval.
De late overdracht is een miskleun, stelt het Hof in navolging van de raad. ‘Volgens de raad had verweerder zich moeten realiseren dat zijn eerdere optreden in meerdere zaken voor klagers in zowel zakelijke als privé aangelegenheden meebracht, dat hij door hen nog steeds gezien werd als hun vertrouwenspersoon c.q. huisadvocaat, en dat het hem dientengevolge niet vrijstond om met hun belang strijdige belangen van derden te behartigen.’
De advocaat stelt nog dat bij de raad van discipline onderbelicht is gebleven dat de zaken die hij voor klagers heeft behandeld, nimmer in de persoonlijke levenssfeer lagen doch enkel op het gebied van incasso’s en bestuursdwang. Ook stelt hij dat hij niet de huisadvocaat van klagers was. Het hof gaat voorbij aan deze stelling. ‘Vast staat dat verweerder in een aantal zaken is opgetreden namens klagers. Het enkele feit dat verweerder niet als huisadvocaat van klagers zou kunnen worden beschouwd dan wel dat het hier niet zou zijn gegaan om zaken in de persoonlijke levenssfeer maakt niet dat hier geen cliëntrelatie tussen klagers en verweerder bestond.’
Overigens stelde de advocaat het slachtoffer pas op de hoogte van zijn bijstand aan verdachte, toen zij hem benaderde met vragen omtrent haar positie als slachtoffer van de overval. Het hof ziet daarin een bevestiging van zijn vertrouwensrelatie met de klager. ‘Blijkens het feit dat klaagster verweerder consulteerde over haar positie als slachtoffer beschouwde zij hem ook in privé aangelegenheden als vertrouwenspersoon.’