Wat zou het een feest zijn als alle cliënten juridische adviezen en contracten zouden begrijpen. Als alle betrokkenen bij een zaak de uitspraak van de rechter juist zouden interpreteren. Kortom, als heldere communicatie in de juridische wereld topprioriteit zou zijn.
Fleur Brockhus, schrijver van roman De urenfabriek
Tijdens de bankencrisis heeft de AFM een aantal regels opgesteld. Banken, maar ook verzekeraars, moeten transparant communiceren met hun klanten. Zo weet de klant waar hij voor tekent.
Een instrument om transparant te communiceren is B1. Bij B1 denk je misschien aan Bassie en Adriaan, maar het is een taalniveau. Er bestaan verschillende taalniveaus; van A1 tot en met C2. Kort door de bocht: A1 is voor mensen die bijna niet kunnen lezen, C2 is vakjargon voor hoogopgeleiden. B1 zit ongeveer in het midden en taal op dat niveau begrijpt 95% van de Nederlandse bevolking.
Toen de AFM met deze nieuwe regels kwam, rook ik als communicatieadviseur meteen brood. Razendsnel heb ik me verdiept in taalniveau B1 en een schrijfwijzer en training ontwikkeld voor een hypotheekverstrekker. Ook heb ik veel van hun offertes en standaard brieven herschreven. Aan de hand van tien B1-regels is het namelijk mogelijk om vrijwel alle teksten transparant te maken.
Het B1-virus verspreidt zich langzaam maar zeker, ook naar andere gebieden. Steeds meer organisaties willen helder schrijven, waaronder de overheid. En dat juich ik natuurlijk van harte toe. Niet alleen omdat het mij leuk werk oplevert, maar ook omdat ik liever een duidelijke dan een onduidelijke brief ontvang van bijvoorbeeld de Belastingdienst.
Ook in de VS is transparante communicatie een hot item: op veel Amerikaanse formulieren staat hoe lang het kost om ze te lezen. Zelfs binnen de Amerikaanse rechtspraak is men bezig met schrijven op B1-niveau. Vaak worden trends geboren in de VS, waarna ze overwaaien naar de rest van de wereld, dus ik ben benieuwd hoe lang het duurt voordat de advocatuur en rechtspraak in Nederland toe zijn aan klantvriendelijk schrijven.
Er heerst een hardnekkige opvatting dat juridische teksten niet in eenvoudige taal opgeschreven kunnen worden. Dat is dus lulkoek. Het kost in het begin iets meer werk en een omslag in denken. Maar uiteindelijk krijg je er een hoop voor terug: opgeluchte cliënten, blije burgers en eigenlijk denk ik dat advocaten en rechters ook veel liever een goed leesbare tekst voorgeschoteld krijgen dan een tekst met duizend komma’s, archaïsch Nederlands en bomvol dubbele ontkenningen.
Doe de volgende oefening: sluit je ogen en beeld je in dat jij een cliënt bent die met een juridisch probleem zit en daar graag een oplossing voor wil hebben. Je hebt het razend druk. Rond lunchtijd ontvang je een memo van jouw advocaat. Je opent het document en bovenaan het advies staat: dit advies kost vijf minuten om te lezen. Vervolgens heb je al na vier minuten het hele advies uit. En begrepen.
Deze advocaat weet tenminste wat ik wil, denk je. Onmiddellijk betaal je de factuur.