Stel, een Nederlands bedrijf heeft een fabriek in China. Een Engels bedrijf blijft in gebreke met aanlevering van onderdelen. Naar welke rechter(s) kunt u als advocaat heen voor schadevergoeding? Wat nu als het Engelse bedrijf op het laatste moment niet levert? Bij welke rechter(s) kunt u dan terecht voor schadevergoeding of een voorlopige voorziening? Kan een Nederlands vonnis in kort geding eventueel in Engeland ten uitvoer worden gelegd?
Deze en andere vragen worden vanaf 10 januari 2015 beantwoord door de herschikte EEX-verordening. Deze herschikking vervangt de bestaande EEX-verordening. De nieuwe regeling behelst op een aantal punten belangrijke wijzigingen ten opzichte van de huidige regeling. De meest in het oog springende wijziging is de afschaffing van het exequatur bij grensoverschrijdende tenuitvoerleggingen van rechterlijke beslissingen in de EU. Daarnaast zijn ook de wijzigingen in de regeling van de forumkeuze en de litispendentieregeling voor de praktijk van groot belang.
In vier uur tijd zal u door deze – en andere – wijzigingen worden geloodst, waarbij ook in zal worden gegaan op het systeem van de nieuwe regeling. Daarnaast zal ook de actuele stand van zaken in de jurisprudentie op het terrein van internationale bevoegdheid en erkenning/tenuitvoerlegging worden behandeld. De stof wordt direct in de praktijk gebracht door het op interactieve wijze behandelen van een of meerdere casus.
Docenten
Prof dr. A.A.H. van Hoek & Mr. dr. C.G. van der Plas
4PO, Donderdag 6 nov. 2014
Basiscursus Burgerlijk procesrecht
Alberto heeft werkzaamheden verricht voor Tuinman B.V. Hij heeft hiervoor nog een bedrag van € 24.975,23 plus rente en kosten van Tuinman tegoed, maar Tuinman weigert iedere betaling. Alberto richt zich met een verzoekschrift tot de kantonrechter. Deze rechter ziet meteen dat er processueel wat fout zit en stuurt de zaak naar de rol voor niet-kantonzaken voor het nemen van een conclusie van antwoord door Tuinman. De conclusie van Tuinman arriveert helaas één dag te laat op de rechtbank zodat de rechter die conclusie buiten beschouwing laat. De rechtbank wijst de vordering van Alberto toe op de grondslag van opdracht (7:400 BW).
Tuinman aarzelt over het rechtsmiddel dat hem ter beschikking staat: verzet of hoger beroep? Na lang wikken en wegen stelt hij tijdig hoger beroep in. Tegelijkertijd start hij een executie kort geding. Ondanks dat het vonnis geen kennelijke misslag bevat, bepleit Tuinman de schorsing van de tenuitvoerlegging. Tuinman vordert zelfs dat de voorzieningenrechter voorafgaande aan de zitting een “freezing order” afgeeft.
Ondertussen vraagt Alberto zich af of hij zelf ook in hoger beroep moet gaan. Zijn vordering is weliswaar toegewezen, maar wat gebeurt er als het hof van oordeel is dat er geen overeenkomst in de zin van 7:400 BW bestaat? Komt dan de gestelde arbeidsovereenkomst nog wel aan de orde?
Bij de behandeling van deze casus loopt u tegen vele regels en facetten van het procesrecht aan. Een goede kennis van het procesrecht is onontbeerlijk voor een goed verloop van alle procedures die u voert. Tijdens de cursus Basiscursus Burgerlijk procesrecht worden een praktijkgerichte invalshoek de belangrijkste leerstukken en regels van het burgerlijk procesrecht behandeld.
Aandacht wordt besteed aan de valkuilen die zich kunnen voordoen voorafgaand aan de procedure, alsmede tijdens het verdere verloop van het geding. Ook worden – gezien recente ontwikkelingen – de nodige praktijk tips gegeven.
Docenten
Mr. R.G. Hendrikse & Mr. S.M.A.M. Venhuizen
12VSO/PO , Woensdag 12 & 26 nov. 2014