Britta Böhler is per 1 januari 2012 benoemd tot bijzonder hoogleraar Advocatuur aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
De leerstoel is ingesteld vanwege de Stichting Leerstoel Advocatuur, en wordt mogelijk gemaakt door de Nederlandse Orde van Advocaten. Böhler volgt Floris Bannier op, die de leerstoel sinds 2004 bekleedde.
Als bijzonder hoogleraar zal Britta Böhler zich in onderwijs en onderzoek richten op de ontwikkeling en betekenis van de togadragers en hun organisaties in de moderne rechtsstaat. In het bijzonder gaat het daarbij om vragen als: waarom ziet de praktijk van togadragers eruit zoals hij er uitziet? Hoe ontwikkelt zich de praktijk in de Nederlandse en Europese sociaaleconomische context?
De bijzondere leerstoel is gevestigd binnen het expertisecentrum Advocatuur en Rechtspleging van Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Böhler draagt – met haar collega-hoogleraren in het expertisecentrum – de verantwoordelijkheid voor de toga-minor (een interdisciplinair onderwijsprogramma) en voor de Moot Court (gesimuleerde strafzaken in een ‘oefenrechtbank’).
Böhler is sinds 1985 werkzaam in de advocatuur, eerst in Duitsland en sinds 1991 in Nederland. Van 1991 tot 1994 werkte zij als advocaat bij Loeff Claeys Verbeke en sinds 1995 is zij advocaat en partner van Böhler Advocaten. Dit kantoor beweegt zich nadrukkelijk op het raakvlak van politiek en recht, daar waar de staat botst met het individu. Van 2007 tot 2011 was Böhler tevens voor GroenLinks lid van de Eerste Kamer. Daarnaast was zij van 2009 tot juli 2011 lid van de Raad van Toezicht van de ICCO, een Nederlandse stichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Sinds 2010 is Böhler lid van de Raad van Advies van het Nexus Instituut.
Böhler studeerde Rechten en Politieke Wetenschappen & Economie aan de Albert-Ludwigs-Universität in Freiburg (Duitsland). Ze promoveerde, eveneens in Freiburg, op het rechtsfilosofische proefschrift Gerhart Husserl, leben und Werk. Met haar brede juridische expertise – op het gebied van advocatuur, rechtsfilosofie, mensenrechten en strafprocesrecht – trad ze herhaaldelijk op als gastdocent aan verschillende universiteiten, waaronder aan de rechtenfaculteit van de UvA.
In 2003 won Böhler de Dekenprijs voor de beste Amsterdamse advocaat en in 2005 kreeg ze de Clara Meijer-Wichmann penning. Deze penning wordt jaarlijks uitgereikt aan een persoon die een bijzondere erkenning verdient voor zijn of haar inzet voor de verdediging van de rechten van de mens, met name in Nederland. In 2000 schreef Böhler het boek De zwerftocht van een leider – Achter de schermen van de zaak Öcalan en in 2004 verscheen van haar hand Crisis in de rechtsstaat.