Deel twee in de serie over de middelgrote, soms regionale, advocatenkantoren. Deze week is Ploum Lodder Princen advocaten en notarissen aan de beurt met een interview met Rutger Ploum, medeoprichter, naamgever en managing partner van het jubilerende Rotterdamse kantoor. “Er is meer inlevingsvermogen nodig.”
Tijdens de wandeling naar zijn werkkamer toont Rutger Ploum zich zichtbaar trots op wat hij samen met zijn partners heeft neergezet. Hij wijst vanaf de binnenring van het kantoor aan de Blaak naar beneden het atrium in, waar nu nog een paar plastic palmbomen staan. “Die onderste verdiepingen worden straks ook bij ons gevoegd. Ik had dit echt nooit verwacht toen we voor ons zelf begonnen.” Dit jaar bestaat Ploum Lodder Princen vijftien jaar.
Sinds Ploum samen met zes andere advocaten vertrok bij NautaDutilh, is er een hoop gebeurd. Inmiddels werken er meer dan 100 medewerkers, ongeveer 60 advocaten en notarissen, waarvan er zo’n twintig partner zijn. Direct vanaf de start werd het opgenomen in het internationale netwerk Osborne Clark Alliance en voegde het in de jaren daarna een Notariële praktijk en secties als Bestuurs- en Strafrecht, Intellectuele Eigendomsrecht toe aan de al bestaande secties Arbeidsrecht, Fusies & Overnames, Contracten en Concurrentie en Corporate Recovery en Corporate Litigation.. Het is inmiddels een volwassen en modern full-service kantoor voor de zakelijke markt geworden, het grootste zelfstandige advocatenkantoor in Rotterdam.
A-merk maar betrokken
Middelgrote advocatenkantoren als PLP professionaliseren momenteel in rap tempo en presenteren zich steeds nadrukkelijker als alternatief voor de (dure) Zuidas kantoren. Zo ook Ploum Lodder Princen. “Wij zijn in het gat gesprongen,” legt Ploum uit. Dat gat waar hij op doelt is tijdens de crisis ontstaan, toen de juridische afdelingen van bedrijven druk zijn gaan uitoefenen op de tarieven en kritischer zijn gaan kijken naar de inkoop. “In crisistijd waren we procentueel qua stijging van het aantal advocaten zelfs de snelste groeier in Nederland. Groei op zich is echter helemaal geen doel op zich voor ons. Het is ook maar procentueel uitgedrukt. Het zegt meer iets over de rest van de kantoren.”
Het partnertarief bij PLP ligt met minder dan €300 per uur onder dat van de Zuidas. Ploum heeft er geen moeite mee om dat tarief te noemen, waar er ergens anders nog wel eens moeilijk over wordt gedaan. “Onze klanten willen een A-merk, betaalbaar en tegelijkertijd ook betrokkenheid en persoonlijke aandacht. Bij de grotere kantoren gaat het er allemaal veel zakelijker aan toe. Men kan ons ook makkelijk vinden. PLP bedient veel klanten in een panel, vaak naast grote Zuidaskantoren. Daarin wordt het werk door klanten op natuurlijke wijze verdeeld. De opdrachten op nationaal niveau worden door PLP gedaan, het internationale werk veelal door kantoren als Allen&Overy en De Brauw.
Mondigere klanten
“De klanten zijn inderdaad mondiger geworden,” merkt Ploum op. “Er moet steeds creatiever worden omgegaan op het gebied van pricing en manier van werken. Dat komt terug in vragen naar fixed fees en budgetten die secuurder moeten worden beheerd. Een fusie of overname wordt strakker gepland en gemonitored. Werk van stagiaires doorberekenen aan de klant wordt zeer kritisch gevolgd. Er zijn klanten die vragen om een hoger partnertarief als de stagiaires dan niets rekenen. Er wordt ook om korting gevraagd, maar daarin zijn we terughoudend. Dat gebeurt uitsluitend bij een minimum afname op jaarbasis.”
“Cliëntentrouw en goede verhoudingen zijn er vaak nog wel, maar de relatie is ook verzakelijkt,” merkt hij op. “Veel van het werk van de advocaat zit tegenwoordig in het praten met de klant, achteroverleunen is er niet meer bij, dus gaan we vaker naar ze toe. Alles vergt een betere presentatie. Dat zien wij juist als uitdaging. Meegaan met je tijd en pro-actief reageren.”
Volgens Ploum is er daarom tegenwoordig behoefte aan een ander soort advocaat: “Ondernemingsgericht, maar met veel menselijke interesse. Je kunt niet meer puur vanuit jezelf naar de wereld om je heen kijken, en alleen denken aan de zaken die je voor jezelf binnenhaalt. Er is meer inlevingsvermogen nodig.” Daarnaast vergt het beroep van advocaat het uiterste van echte professionals. Dat moet bewaakt worden. Reflectie is voor iedereen goed. En daar moet tijd voor vrij gemaakt worden.” Het kantoor besteed veel tijd aan het welzijn van de juristen, waarbij de balans tussen werk en privé centraal staat.
Duidelijke taal
“We willen de menselijke maat behouden. Als iemand thuis gelukkig is, dan is hij dat op zijn werk ook. En andersom.” De partners van Ploum Lodder Princen gaan -verplicht- eens in de vijf jaar op een sabattical van drie maanden. “Verplicht, want het is belangrijk dat mensen tussen de drukte door zich de vraag blijven stellen: wat wil ik? Het is goed om af en toe in het jachtige leven een moment rust in te bouwen. Daarna ga je er dan weer vol tegen aan. Rust en de gezondheid zijn belangrijk, daarom willen we veel overwerk zoveel mogelijk vermijden,” aldus Ploum.
Internationaal, maar met lokale roots. Groeien en verder bouwen met eigen talent. “Duidelijk,” luidt de kort en bondige slogan op de folder die Ploum meegeeft. Dat wil het kantoor blijven uitstralen. Vasthouden aan de pragmatische aanpak, ‘niet lullen maar poetsen’ zoals dat op zijn Rotterdams heet. En geworteld blijven in de Maasstad. PLP is partner van de Erasmus Universiteit en sponsort Museum Boymans Van Beuningen in wat magere jaren beloven te worden voor de culturele sector.
Wat verder opvalt in de folder is de klare taal. Geen Mergers & Aquisitions maar gewoon Fusies en Overnames. Geen Energy maar Energierecht. Duidelijk geen Zuidas taal. Als uitbreiding nog ter sprake komt – misschien wel naar Amsterdam – is Ploum net zo duidelijk als zijn kantoor in de folder beweert dat het is: “We gaan niet naar Amsterdam!”