De Ware Toedracht is het nieuwe boek van de hand van Ton Derksen, de wetenschapsfilosoof die eerder in Het OM in de Fout genadeloos de cognitieve misstappen van het OM in bekende gerechtelijke dwalingen blootlegde. Zijn werk leidde onder meer tot het heropenen van de zaak Lucia de B., die dit jaar vrij kwam. Het nieuwe boek verenigt wetenschappelijke theorie en strafrechtpraktijk. “Als advocaat moet je het NFI en OM niet geloven.”
Derksen’s laatste boek is weer stevig tegengif voor de vanzelfsprekendheid waarmee we geneigd zijn een feitencomplex te interpreteren. Hij gaat diep in op de werking van ons bewustzijn en waarom dat na duizenden jaren evolutie in zijn alledaagse vorm bruikbaar is, maar niet geschikt is binnen de contect van het strafrecht, waar waarheidsvinding moet plaatsvinden. In zijn nieuwe boek zijn theoretische lessen over de werking van ons bewustzijn gekoppeld aan concrete voorbeelden uit de strafrechtpraktijk.
Zien is geloven, denken we nog al te vaak, maar de wetenschap die Derksen aanhaalt, leert ons eerder dat geloven ook zien is. Volgens hem zijn we door de evolutie tot ons huidige bewustzijn met zijn instincten niet automatisch toegerust om eerlijke processen te voeren. “Dat is mijn stelling ja. Als we ons niet bewust zijn van de processen in ons bewustzijn, dan blijven we dezelfde fouten maken. We hebben als mensen gelukkig de mogelijkheid tot zelfreflectie, maar het mist waarheidszoekers aan een empirische opleiding.”
Derksen haalt de zaken aan die hij inmiddels goed kent en ook in Het OM in de Fout al analyseerde zoals Lucia de B., de Deventer moordzaak en de Schiedammer parkmoord. Hij verwijst nu echter ook regelmatig naar de zaak Ina Post. De wetenschappelijke theorieën, veelal uit de psychologie, zijn in het boek afgezet tegenover het alledaags gebruik van onze waarneming, en aan de hand van de praktische voorbeelden uit de strafrechtpraktijk wordt duidelijk waar het misgaat bij het interpreteren van bewijsmateriaal en redeneringen. En dus veroordelingen.
Advocaten waren broekies
“In grote zaken waarin het mis is gegaan en die ik ken, zijn in eerste aanleg de advocaten allemaal broekies,” zegt Derksen. “Een verdachte, zoals Ernst Louwes, waarbij ik er vanuit ga dat hij onschuldig is, denkt: ik ben onschuldig en neem even een advocaat en die zet het wel recht. Ook (veel) advocaten kunnen nog veel leren over bepaalde redeneringen en aannames die ze maken,” zegt Derksen die verhaalt over enkele strafadvocaten – en niet de minsten – die zich verkeerde redeneringen en feiten in strafzaken lieten aanleunen.
“Wees kritisch en slik niet zomaar wat een officier of een deskundige van bijvoorbeeld het NFI zegt. In de zaak Louwes (Deventer moordzaak, red.) heeft er een NFI-er zitten liegen over de hoeveelheid DNA op cruciale bewijsstukken.Er zijn slordige deskundigen die vreselijke dingen zeggen. Het is bedroevend dat dergelijke fouten niet door de rechter opgemerkt worden, maar dat ook vaak de advocaat geen protest aantekent. Doe ook zelf tegenonderzoek naar zaken waar je geen verstand van hebt, dat is meestal helemaal niet zo moeilijk. Als advocaat kun je helaas het NFI en OM niet geloven.”
Voorlopig requisitoir
Bij het lezen van Derksen’s boek rijst de vraag of het strafrechtproces niet heel anders ingericht moet worden om de cognitieve valkuilen, zoals het theoriegeladen naar de feiten kijken, te omzeilen. Derksen heeft wel enige suggesties: “Een officier van justitie zou aan het begin van een moeilijke strafzaak een voorlopig requisitoir moeten houden in plaats van aan het einde. Dan kan iedereen mee zoeken naar de feiten. Geert-Jan Knoops heeft in de zaak Ina Post straks drie dagen de tijd om te reageren op het verhaal van de officier. Dat is te weinig, zeker in de klimaat waar cruciale feiten achter worden gehouden. Misschien niet met opzet, maar wat relevant is voor de verdediging, lijkt vaak niet zo relevant voor een aanklagend OM. Bij kritiek op dit gedrag wordt snel de integriteitskaart gespeeld, en erop gewezen dat officieren professionals zijn die heus wel kunnen uitmaken wat relevant is. Daarbij wordt wel voorbijgegaan aan het simpele feit dat een feit bewijswaarde heeft vanuit een bepaalde theorie. Vanuit de theorie van het OM heeft iets misschien geen bewijswaarde, terwijl het wel bewijswaarde heeft vanuit de theorie van de verdediging. Het woord professional wordt misbruikt.”
Is lekenrechtspraak dan bijvoorbeeld een goed idee? “Die leek zou wel een betrouwbare aanvulling moeten zijn op de rechter, dus niet iemand die de valkuilen van de alledaagse waarheidsvinding ook niet kent. Wellicht iemand met een wetenschappelijke achtergrond, en dan bedoel ik geen arts, maar een bèta die feiten op een andere manier toetst. Bovendien zie je de fouten beter bij een ander dan bij jezelf.”
Heropeningscommissie
Derksen raadt strafadvocaten zich te verenigen en de verhalen over waar het volgens hen mis is gegaan te verzamelen. Hij denkt dat er op die manier meer aandacht komt voor de dwalingen en dat publieke druk zou helpen om een onafhankelijke heropeningscommissie naar Engels model van de grond te krijgen. Derksen is kritisch over het huidige CEAS, dat volgens hem nu niet de juiste samenstelling heeft. In Engeland en andere omringende landen is dat volgens hem wel goed en naar tevredenheid geregeld: “Je hebt een onafhankelijke commissie nodig met wetenschappers er in. Bovendien moet de CEAS een novum vinden, zoals dat door de Hoge raad gedefinieerd is. De CEAS is nog te bang dat het op zijn broek krijgt van de Hoge Raad.”
De Ware Toedracht, een praktische wetenschapsfilosofie voor waarheidzoekers is verkrijgbaar bij Veen magazines