Tijdens de periodieke beoordeling van de juridische bachelors tekende zich het patroon af dat het niveau van het onderwijs over het algeheel genomen niet al te best is. Het deskundigenpanel keek onder meer naar de verhouding student-docent, studiesucces en het eindniveau van de bachelors en constateerde behoorlijk wat tekortkomingen. Toch keurde de accreditatieorganisatie bijna alle opleidingen goed. Dat valt niet bij iedereen in goede aarde.
De deskundigen, die universitaire opleidingen elke zes jaar beoordelen, gaven slechts over een opleiding een negatieve beoordeling aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), die de kwaliteit van opleidingen bewaakt en accreditaties verstrekt. Dat oordeel werd overgenomen, waardoor Notarieel recht van de Universiteit van Amsterdam niet door de keuring kwam. Vrijwel alle andere opleidingen zijn met de hakken over de sloot. Dat schrijft Bas Belleman van het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) in het Erasmus Magazine Online.
Een van de beoordelingscriteria is het aantal studenten per docent. Die aantallen liggen veel te hoog, is de constatering. Het varieert van 29 studenten in Tilburg tot 59 bij de UvA. Die laatste belooft er iets aan te doen, wat voor de deskundigen voldoende is om hun goedkeuring te geven. Studiesucces, oftewel het aantal studenten dat de bachelor in vier jaar afrondt, is een ander meetpunt voor de NVAO. Bij de rechtenopleidingen is het succes bijzonder laag. Te veel studenten haken af of doen er langer over.
De NVAO vroeg van de deskundigen extra uitleg over de voldoende die de Erasmus Universiteit kreeg, terwijl na vier jaar slechts 26 procent van de rechtenstudenten het bachelordiploma had gehaald. Vanwege de stijgende lijn – twee jaar geleden was het nog 17 procent – en omdat het een probleem is dat bij alle rechtenfaculteiten speelt, kon de opleiding goedgekeurd worden, vonden de deskundigen. De NVAO heeft met decanen en rectors vooral over het studiesucces stevige gesprekken gevoerd, zegt bestuurslid Paul Zevenbergen. Omdat de universiteiten met staatssecretaris Zijlstra prestatieafspraken maken, is verscherpt toezicht niet nodig. Wel wil het NVAO de rapportages ervan zien.
Niet iedereen is het eens met de passieve houding van de accreditatieorganisatie. Directeur van het Centrum voor Hoger Onderwijs Informatie is niet verrast door de uitkomsten, maar wel verbaasd “dat de NVAO deze accreditatieronde nog niet heeft benut om in dit belangrijke vakgebeid te zorgen dat de lat hoger wordt gelegd.” Ook verbaast het hem dat voornemens over intensivering van het onderwijs en rendementsverhoging genoeg zijn voor een keurmerk.
Dat laatste maakt ook PvdA-Kamerlid Tanja Jadnanansing aan het schrikken. Ook Jasper van Dijk van de SP heeft zijn twijfels over het groen licht voor opleidingen ondanks hun tekortkomingen: “Dat geeft te denken. Als zulke opleidingen groen licht krijgen en pas na zes jaar weer worden beoordeeld, is het de vraag wat de NVAO precies toevoegt.”