Staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen gaat voorlopig geen maximum stellen aan het collegegeld voor tweede studies, tenzij instellingen stelselmatig overvragen. Besparingen op de studiefinanciering leiden misschien nog tot lagere tarieven. Dat meldt DUB, onafhankelijk platform van de Universiteit Utrecht.
Zijlstra gaat geen maximum stellen aan de hoogte van het instellingscollegegeld dat hogescholen en universiteiten mogen rekenen. “Je kunt niet tegen een instelling zeggen dat het instellingscollegegeld standaard hooguit tienduizend euro mag bedragen, terwijl de kostprijs van sommige studies het dubbele is,” aldus de staatsecretaris tijdens een Kamerdebat over onder andere de studiefinanciering. Hij wil bovendien de door rechtenstudenten aangespannen rechtszaak tegen acht universiteiten afwachten.
Aan het eind van het debat ontraadde de bewindsman dan ook de motie waarin oppositiepartijen D66, PvdA en SP vroegen om de tarieven voor een tweede studie te maximeren. Maar hij deed wel een toezegging: “Als instellingen structureel te veel gaan vragen voor hun tweede studies, dan kunnen we het daar met de Kamer over hebben.” Hij is benieuwd naar de afloop van een rechtszaak over de tarieven van tweede juridische masteropleidingen en de uitkomst van het onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit naar mogelijke prijsafspraken.
Overigens uitten ook regeringspartijen VVD en CDA hun ongenoegen over het feit dat hogescholen en universiteit een hoog instellingscollegegeld vragen voor tweede studies. CDA-kamerlid De Rouwe vindt dat de bedragen “doorschieten”. Ook zijn VVD-collega Anne-Wil Lucas noemde het niet motiverend dat universiteiten “standaard de hoofdprijs” vragen. Ze is tegen een maximumbedrag, maar noemde de mogelijke prijsafspraken tussen universiteiten over de tarieven een ” zorgelijke ontwikkeling.”