De nieuwe hoogleraar notarieel recht Nora van Oostrom van de Universiteit Utrecht uitte vorige week in haar inaugurele rede stevige kritiek op het niveau van de juridische universitaire opleidingen. “Financieringssystemen gebaseerd op uitstroom en overheidsgestuurde onderzoekssubsidies doen het juridisch onderwijs, basis voor deze juristen, afbrokkelen en maken het verschil tussen de academische en HBO-juristen uiteindelijk marginaal. Als deze koers niet wijzigt, is het naar mijn mening slechts een kwestie van tijd voordat de academisch juridische opleiding op de klippen slaat.” Je kunt stemmen: eens of oneens?
Van Oostrom stelt dat universiteiten moeten streven naar het Platonische ideaal. In de woorden van collega professor Lokin: “het streven naar een beschavingsideaal, het opleiden tot erudiete persoonlijkheden en (in laatste instantie) het opleiden tot zelfstandige onderzoekers die – onafhankelijk van markt en mecenaat – de bevindingen van het onderzoek publiek maken.”
In de praktijk bakken de universiteiten daar maar weinig van. In de eerste plaats slagen ze onvoldoende in het bijbrengen van de kennis van het recht, aldus Van Oostrom. Hoogleraren en universitair docenten zijn vooral bezig met het binnenhalen van geld, en niet met het geven van onderwijs aan studenten. “Het onderwijs wordt gegeven door jonge, niet lang afgestudeerde, juristen met kortlopende contracten. (…) Dit heeft onontkoombaar tot gevolg dat, zoals ik al eerder constateerde, aan de eerste eis die de maatschappij aan de jurist stelt, een goede kennis van het positieve recht, onvoldoende kan worden voldaan.”
Verder ontbreekt het aan het bijbrengen van normbesef, integriteit, stelt Van Oostrom. In de curricula zijn “vrijwel geen vakken terug te vinden die zich richten op wat ik noem de ‘morele scholing van de student’: het bieden van een richtsnoer waarnaar de student zich, eenmaal afgestudeerd, zou moeten richten”. Haar eigen vakgebied, notarieel recht, scoort dan nog positief, omdat het vak Notaris, recht en samenleving uitdrukkelijk een ethische component heeft. “De kans dat een niet-notarieel rechtenstudent gedurende zijn studie helemaal niet uitgedaagd wordt na te denken over zijn morele kader (…), is 75%.”