Op zaterdag 12 april 2008 won het Leidse team de finale van de 31ste editie van de International Law Moot Court Competition. Ze moesten het in de finale opnemen tegen een team van de universiteit van Letland. Het team bestond uit twee aanklagers en twee verdedigers. De Letten waren ook heel goed, vertelt teamlid Yvonne McDermott. “Alleen praatten ze heel snel, waardoor ze niet steeds goed te volgen waren.”
McDermott vertelt hoe blij ze is. “We waren al sinds oktober bezig met de voorbereiding van de competitie, dan is dit de grote beloning.” De casus was vrij moeilijk en het was dan ook belangrijk om de details goed te kennen. Maar de studenten waren heel goed getraind door onder andere dr. Eric de Brabandere, universitair docent bij de afdeling Internationaal Publiek Recht.
In de competitie draait het naast de juridische argumenten ook om de wijze van presenteren. “Wij waren veel rustiger en drukten ons ook duidelijker uit.” Het winnen van de Telders competition is mooi voor het curriculum. “Maar het zijn vooral de vaardigheden die je hebt opgedaan die tellen”, aldus McDermott, “zoals presenteren en samenwerken aan één casus.”
De finale vond plaats in de Great Hall of Justice in het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dit gebeurde ten overstaan van een rechtbank samengesteld uit vooraanstaande internationale rechters: Bengt Broms (Finland; President Iran-US Claims Tribunal), Bruno Simma (Duitsland; rechter van het Internationaal Gerechtshof) en Kenneth Keith (Nieuw-Zeeland: rechter in het Internationaal Gerechtshof).
Oproep
Het team wordt gevormd door middel van het plaatsen van een oproep aan de Leidse studenten. Gekeken wordt naar de fase van de studie, de interesse van de student, presentatie en het werken in teamverband. Leiden heeft in de tweede semester van de master Public International Law een verplicht vak waarin deze vaardigheden worden aangeleerd en getoetst. Maar in plaats van dit vak is het ook mogelijk om aan een officiële moot courts mee te doen (keuze uit twee). “We doen bijna elk jaar mee. Het vergt wel meer tijd, van zowel de studenten als de docenten. De voorbereiding van zo’n officiële moot court begint namelijk al in het eerste semester. Maar het is een goede ervaring voor de student,” aldus De Brabandere. “Bij de voorbereiding ben ik vooral opgetreden als coach, maar het meeste moesten de studenten zelf doen, dit volgens het reglement van de competitie.”
Aan de halve finales van de pleitcompetitie namen dit jaar 25 universiteiten deel uit 24 Europese landen. Aanvankelijk hadden zich zelfs 47 teams gemeld, waardoor er in verscheidene landen een nationale voorronde plaats moest vinden. Nederland werd als gastland vertegenwoordigd door de Universiteit Leiden en de Rijksuniversiteit Groningen. Naast het winnen van de competitie, kreeg het team van Leiden ook de DLA Piper Award voor de “Best overall team”.