Een gesprek met de tot levenslang veroordeelde Victor Hassine is de afsluiter van het blok criminologie voor studenten van de Universiteit Maastricht. Criminoloog Moerland: “Het sluit mooi aan bij het laatste thema van ons blok over preventie en controle, de ontwikkeling van criminalisering en straffen. Daarbij kijken we ook naar de toekomst. Gaan we strenger straffen? Moeten we dat willen? Wat heeft het voor zin?”
De gedetineerde had via zijn Nederlandse penvriendin naar meerdere universiteiten in Nederland een uitnodiging gestuurd. “Hij wilde in debat met studenten over criminaliteit en bestrijding daarvan, en over de vraag hoe er in de hedendaagse samenleving wordt omgegaan met criminaliteit,” aldus hoogleraar Hans Nelen.
Nelen en zijn collega’s ging in op de uitnodiging, omdat ze Hassine een interessante man vinden. “Deze man heeft interessante denkbeelden en kan dat goed overbrengen. Dit blijkt ook uit het boek dat hij geschreven heeft. Ik heb zijn boek gelezen en vond dat een debat tussen hem en de studenten toegevoegde waarde heeft voor het onderwijs.”
Het debat verliep goed, volgens alle partijen. “Het was een test en die is absoluut geslaagd,” aldus Nelen. “We willen in het onderwijs niet teruggrijpen op alleen de klassieke onderwijsmiddelen.”
Shockerend
Ter voorbereiding van het interview is er met de studenten intensief gediscussieerd over de vragen die ze aan de gedetineerden gingen stellen. “Dat was een aparte ervaring. Het is iets heel anders dan alleen lezen uit boeken. Voor sommige studenten was het heel shockerend en confronterend. Ze hadden een bepaald beeld van het gevangenisleven in de VS. Maar om het zo van iemand te horen wat het behelst en het feit dat je eigenlijk je hele autonomie kwijt bent over je leven, maakte toch behoorlijk veel indruk.”
Nelen wil dit soort gesprekken niet standaard in het onderwijs opnemen, maar gezien het succes is het zeker voor herhaling vatbaar. Wel wil hij de studenten nog beter voorbereiden op zo’n gesprek. “Dat levert meer op. Het was deze keer een mooie finale van het blok.” Hij wil ook het beeld en geluidsmateriaal gebruiken door het hele onderwijs heen: als casusmateriaal en als afwisseling op de klassieke leermiddelen.