In deze serie op Rechtenstudie.nl interviewen we elke keer een ‘Uitblinker’. De redactie beschouwt die student als uitblinker die iets bijzonders heeft gedaan. Dat kan een prestatie tijdens de studie of op het werk zijn, maar ook een opmerkelijke hobby of bizarre interesse. Deze keer aandacht voor Rachid Belhadi.
Wat maakt jou een uitblinker?
”Ik voel me zelf geen uitblinker, maar ik hoor van anderen soms dat ik speciaal ben. Ik vind dat als je bepaalde mogelijkheden hebt, dat je die dan moet benutten. Je moet wel dom zijn als je de kans krijgt, deze dan niet met beide handen grijpt. Verder vind ik het normaal dat iemand een zekere mate van maatschappelijke verantwoordelijkheid op zich neemt.
Ik ben zelf opgegroeid in de welbekende buurt Kanaleneiland in Utrecht, en heb zelf deze buurt in de loop van de tijd erg achteruit zien gaan. Kanaleneiland heeft een grote, negatieve, landelijke bekendheid. Iedereen die uit Kanaleneiland komt, jongere is en een buitenlandse afkomst heeft, krijgt het stempel crimineel opgedrukt. Persoonlijk heb ik gezien hoe goede vriendjes van mij ook in het criminele milieu terecht zijn gekomen.
Toen ik al deze zaken zag, maakten ze een grote indruk op me, en mijn besluit lag vast. Mijn besluit werd om te bewijzen dat ik als Nederlandse Marokkaan uit Kanaleneiland niet per sé hoefde te mislukken. Wat ik allemaal rondom me zag gebeuren, versterkte alleen maar mijn wil om mijn best te doen op school.
De middelbare school waar ik op zat, het Niels Stensen College, was inmiddels ook landelijk bekend omdat het als één van de eerste ‘zwarte’ scholen van Nederland werd gezien. Dit zou er ook voor zorgen dat de school uiteindelijk, door een sterk teruglopend aantal leerlingen, zou sluiten. Ik was één van de laatste leerlingen die het laatste jaar meemaakten. De zes jaar VWO gingen mij niet moeilijk af en ik haalde mijn diploma. De diploma-uitreiking werd door de toenmalige minister van Onderwijs gedaan, Maria van der Hoeven. Wat op mij een indruk maakte was dat ze in haar toespraak zei dat het steeds beter ging met de allochtonen in het onderwijs, en dat ik daar het levende voorbeeld van was. Verder zei ze dat ik over een tijd misschien wel de eerste allochtone minister van Justitie zou kunnen worden.
Vanaf het begin was duidelijk dat ik een studie wilde gaan doen overeenkomstig het profiel dat ik op de middelbare school had gekozen, namelijk het profiel waarin de maatschappij centraal staat. Zodoende ben ik begonnen aan mijn bachelor Rechtsgeleerdheid. Na anderhalf jaar werd ik door de Universiteit van Utrecht voorgedragen voor de ECHO-award. Dat is een prijs die wordt uitgereikt aan de meest talentvolle, allochtone student van Nederland. Daarbij wordt gekeken naar zowel je maatschappelijke betrokkenheid, als de voortgang van je studie. Voor mij was het een eer om genomineerd te worden voor deze prijs.
Na mijn bachelor Rechtsgeleerdheid heb ik nog een master Nederlands recht in de richting van het strafrecht gedaan. Op 22-jarige leeftijd ben ik dan met genoegen afgestudeerd. Mijn hoop is op een baan waar ik midden in de samenleving sta en wat kan betekenen voor mijn omgeving.”
Hoe ben je uitblinker geworden?
”Ik ben twee jaar lang universiteitsraadslid geweest op de universiteit van Utrecht. Daar heb ik mij ingezet voor belangen van studenten. Dit valt op. Je kunt zo wat betekenen voor je omgeving.
Op dit moment ben ik adjunct-directeur van de Stichting Jongeren In Aktie. Deze stichting begeleidt ontspoorde allochtone jongeren. Tijdens mijn studie ben ik bij deze Stichting gestart als begeleider. Ik heb dit altijd naast mijn studie gedaan, het is een deel van mij geworden. Soms hebben de jongeren veel problemen en dan denk ik bij mij zelf: “waar ben ik aan begonnen?” Maar het geeft mij heel veel voldoening als ik hun een steun in de rug kan bieden.
Voor de stichting heb ik vaak contact met de pers. Ik wil graag de jongeren uit achterstandswijken helpen. Er zit daar veel verstopt talent en dat wil ik eruit halen. Dit werk bezorgt mij veel waardering uit de omgeving. Ik word ook vaak gevraagd om bij bijeenkomsten mensen toe te spreken over dit onderwerp.
Ik heb de studie Rechten en later de master Strafrecht gedaan. In Utrecht heb je erg leuke en goede docenten op de sectie strafrecht. Vooral de manier waarop zij onderwijs gaven trok mij erg aan. Ik kon mij heel gemakkelijk ontplooien als student. De docenten hebben hierbij een grote rol gespeeld. Hun manier van lesgeven – die aantrekkelijk was omdat zij daarin hun praktijkervaringen met ons deelden – had een grote aantrekkingskracht op mij. Mensen die mij vooral bij zijn gebleven zijn: Stijn Franken (advocaat), Eelke Sikkema (mijn scriptiebegeleider), Renee Kool (plaatsvervangend rechter) en Mirjam Siesling (criminoloog). Tijdens mij studie ben ik ook studentassistent geweest.
Ik ben net niet cum laude afgestudeerd, maar met genoegen, dus met meer dan een 7,5 gemiddeld. Mijn scriptie ging over terrorisme en de soms ernstige mensenrechtenschending die plaatsvindt wanneer verdachten hiervoor worden opgepakt. Het gaat om klassieke grondrechten die worden uitgehold. Volgens mij worden gemakshalve de klassieke grondrechten vergeten die juist in deze moeilijke situatie moeten worden gehandhaafd. Mensen worden opgesloten zonder verdediging. Er is nauwelijks bescherming voor terroristenverdachten. Als ik de kans krijg om te promoveren, dan wil ik dat graag doen op dit onderwerp.”
Wat zijn je drijfveren?
”Ik wilde direct de advocatuur in. Maar ik merkte dat dat niet zo makkelijk ging en dat je hiervoor een goed netwerk nodig hebt. Advocatenkantoren willen weten wat voor vlees ze in de kuip hebben en daarvoor is een goed netwerk nodig.
Mijn voordeel was ook direct mijn nadeel. Ik ben 22 jaar en heb geen ervaring. Dit wordt gezien als te jong, merkte ik tijdens het solliciteren. Ik heb ook gesolliciteerd op strategische functies, omdat ik daarin ervaring heb opgedaan. Maar ook daarvoor vinden ze je meestal te jong. Ik ben niet verder gaan studeren, omdat ik klaar was voor de volgende stap.
Voor mij zijn er in de toekomst drie mogelijkheden: werken als strafadvocaat, promoveren of een beleidsfunctie/ manager. Maar willen is één, en het uiteindelijk kunnen doen is twee. Als ik de kans krijg, dan laat ik het niet liggen. Ik blijf navraag doen. Ik kijk hierbij vooral naar de kwaliteit en potenties, aan de hand daarvan selecteer ik.”
Op dit moment ben je bezig met een traineeship bij het ministerie van Financiën, heel iets anders dan je master Strafrecht. Kun je aangeven waarom je deze keuze hebt gemaakt?
”Door deze traineeship krijg ik de kans om op verschillende afdelingen mee te lopen. Ik werk op dit moment bij de afdelingen belastingen. Ik bewonder hier de vrouwen op topposities, zoals Jenny Thunnissen en Susan Lammers. Dit zijn mensen die een bepaalde maatschappelijke betrokkenheid hebben. Het is voor hun niet alleen managen en achterkamertjespolitiek. Het is heel anders dan ik had verwacht aan te treffen bij de overheid.
Toen ik begon dacht ik dat het tijdelijk zou zijn. Maar nu zie ik hoe het in elkaar zit, is een managerfunctie misschien een optie. Ik hou voorlopig mijn opties open.”
Hoe ziet jou wereld er over tien en over veertig jaar eruit?
”Ik zou het echt niet weten, ik wil wel al mijn kansen grijpen. Ik ben een doordacht iemand en wil doordachte beslissingen te nemen. Verder wil ik vooral mezelf blijven. Over tien jaar wil ik dezelfde Rachid zijn. Ik zal mijn principes niet opzij zetten en ik hoop dat mijn karakter niet verandert. Ik wil niet vergeten waar ik vandaan kom. Ik zal me blijven inzitten voor minderheden. Ik zal mijn ‘roots’ nooit vergeten. Want dat heeft ervoor gezorgd dat ik ben wie ik ben.”
Wie is jouw held en wat zou je hem/ haar willen vragen?
”Er is één iemand die ik als voorbeeld heb in mijn leven, en dat is profeet Mohammed. De eerste woorden die hij kreeg geopenbaard in de Koran waren gericht op het vergaren van kennis. In de Islam is dit erg belangrijk. Ik probeer dit voorbeeld op te volgen.
Wat is je motto levensspreuk of andere wijze woorden?
”Wat bij mij is blijven hangen is hetgeen gezegd is tijdens mijn diploma-uitreiking. Ik heb verder niet echt een motto. Ik zou zeggen: blijf positief. Wees niet egoïstisch en straal dit uit. Daarbij is iedereen gebaat. Verder is het belangrijk dat je je kansen grijpt. Laat ze niet onbenut. Dit is mij door mijn ouders op de hart gedrukt en dit zal ik altijd meedragen.”
Heb je nog tips voor studenten?
”Studeren is wel even iets anders dan werken. Je moet goed nadenken wat je wilt met je leven. Denk van te voren na over wie je bent, onderzoek dat. Dan heb je voor jezelf bepaalde principes opgesteld. Handel vervolgens vanuit deze principes. Verder is maatschappelijke ontplooiing erg belangrijk, de binding met je omgeving. Kijk wat je in de praktijk voor anderen kan betekenen.”