De Ondernemingskamer is van mening dat oprichter en grootaandeelhouder Gerard Willemse van Inter Access de overname door Rabo Participaties niet mag blokkeren. Volgens advocaat en hoogleraar Harm-Jan de Kluiver heeft de Ondernemingskamer met deze uitspraak de mogelijkheden verruimd om in te grijpen in acute situaties. Dit zei hij donderdag in Het Financieele Dagblad.
Het IT-bedrijf Inter Access verkeerde eind 2009 in financiële problemen. MPMinderheidsaandeelhouder Rabo Participaties schoot te hulp en wilde lening van €10 miljoen grotendeels omzetten in aandelen. Hierdoor zou Rabo een aandeel van 86% in het bedrijf krijgen, terwijl het belang van Gerard Willemse zou verwateren tot 11%. Willemse wilde niet meewerken, maar op 31 december heeft de rechter bepaald dat de aandelenuitgifte toch door kon gaan. Het bestuur van Inter Access kon zo buiten de aandeelhoudersvergadering, en zonder rekening te houden met de statuten en wettelijk regels en bevoegdheden van aandeelhouders, de emissie doorvoeren.
Volgens De Kluiver was het tot voor kort alleen nog mogelijk minderheidsaandeelhouders opzij te zetten wanneer een ingreep in een bedrijf noodzakelijk was. Nu zijn grootaandeelhouders ook niet meer zeker van hun zaak.
De Kluiver adviseerde namens advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek de commissarissen van Inter Access. Deze hadden in 2005 al laten weten zich zorgen te maken over leningen die Willemse via Inter Access verstrekte aan één van zijn andere ondernemingen. In 2009 ging de onderneming die de leningen ontving failliet, waardoor Inter Access in de problemen kwam. Toen bleek dat Willemse niet aan de kapitaalinjectie van Rabo Participaties wilde meewerken en kredietverstrekker Van Lanschot zich terug wilde trekken, stapten de commissarissen naar de OOndernemingskamer.