Notaris Paul Marres vindt dat hij een onredelijk bedrag moet betalen aan de KNB voor de collectieve beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Die kost ongeveer € 4000 om een aansprakelijkheid tot € 25 miljoen te dekken. Marres doet geen zaken boven de 1 miljoen en is daar al voor verzekerd. Hij vindt de constructie, vanwege zijn verplichte lidmaatschap van de KNB, koppelverkoop.
Marres heeft de KNB vorig jaar per brief laten weten niet meer te betalen. “De premie is 2 procent van mijn totale omzet van € 200.000,” aldus Marres. Volgens de notaris heeft hij de dekking tot een bedrag van € 25 miljoen niet nodig. De primaire verzekering die tot 1 miljoen dekt, vindt hij voldoende.
“Men vraagt bij mijn primaire persoonlijke verzekering jaarlijks netjes om mijn omzet,” zegt Marres. Uit een brief van 6 april aan de KNB: “Aangezien dat [jaarlijks aanpassen aan de omzet; red.] bij de opgezegde verzekering niet aan de orde is, trek ik de conclusie dat ik premie betaal niet voor mijn eigen kantoor, maar voor de aansprakelijkheid van andere veel grotere notariskantoren. Gezien mijn omzet kan ik mij zulks niet meer veroorloven.” Per 1 januari betaalt Marres de € 4000 niet meer.
Inmiddels is er een incassobureau bij Marres langs geweest. “Ik heb ze de brief die ik aan de KNB heb gestuurd overhandigd. Daarna gingen ze weer.” Op de laatste brief heeft de dwarse notaris nog steeds geen antwoord gehad van de KNB. Marres wil de zaak graag intern met de KNB oplossen. “Ik lig wel vaker in de clinch met de KNB, maar ik wil nu niet meteen de NMA inschakelen.”
De KNB: “Er is op democratische wijze over gestemd en de meerderheid wil de regeling zo houden als hij is.”